Voorbereiding inbedrijfstelling
5.2 Locatie plannen
5.2.4
Maximaal toegestane temperatuur
Het laadstation is ontworpen voor gebruik bij een maximale omgevingstemperatuur van
+45 °C. Verschillende temperatuursensoren bewaken de gevoelige apparaten in het
laadstation. Als de temperatuur bij een van deze apparaten te hoog is, wordt het maximale
uitgangsvermogen/de uitgangsstroom verlaagd. In extreme gevallen wordt het laadproces
gestopt of kan een laadproces niet worden gestart.
5.2.5
Richting van de luchtstroom
Die luchttoevoer vindt plaats via de ventilatoren aan de voorzijde van het laadstation. De
afgewerkte lucht wordt via uitlaten bij de bodem aan de onderkant aan de voorzijde van het
laadstation naar buiten gelaten. Er is voor de luchtstroom slechts één uitlaatluchtopening
nodig. Als u alleen de opening van de luchtafvoer aan de achterkant gebruikt, is de minimale
afstand aan de achterkant tot de muur 900 mm.
Voor een goede koeling moet u recirculatie van de afgewerkte lucht vermijden.
①
②
③
56
Luchtinlaatopeningen
Luchtuitlaatopening
Richting luchtuitlaat
SICHARGE UC 150, UC 300, UC 450, UC 600
Bedieningshandleiding, 03/2023, A5E52689064-AB