Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Voorziening; Watervoorziening - CS THERMOS Lyra 16 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7.3

ELEKTRISCHE VOORZIENING

Alle apparaten zijn uitgerust met een elektrisch voedingssnoer: in geval van vervanging (vb. bij beschadiging), wend u
tot een erkend assistentiecentrum.
Vooraleer de aansluiting op het elektriciteitsnet tot stand te brengen, waak erover dat:
-
de elektrische installatie voorzien is van een magneetthermische schakelaar van 6A
-
de eigenschappen van de installatie voldoen aan de gegevens op het kenplaatje aangebracht op het apparaat
(elektrisch vermogen, nominale spanning,...)
-
de installatie is uitgerust met een efficiënte aardaansluiting, volgens de normen en wettelijke voorschriften (de
aardaansluiting is wettelijk verplicht)
-
de voedingskabel mag op geen enkel punt meer dan 50°C warmer worden dan de omgeving. Gezien men een
rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet wenst, moet een meerpolige schakelaar worden geplaatst met
minimale afstand tussen de contacten van 3 mm, geschikt voor de elektrische belasting aangegeven op het kenpla-
tje en in overeenstemming met de voorschriften; de geel/groene aardingskabel dient niet te worden onderbroken
door de schakelaar. Het stopcontact of de meerpolige schakelaar moeten makkelijk bereikbaar zijn na installatie van
de apparatuur
In geval van een langdurig gebruik van het apparaat, de stroomvoorziening onderbreken.
De constructeur kan niet aansprakelijk worden gesteld indien het bovengenoemde en de gebruikelijke voorschriften
voor de preventie van ongelukken niet worden gerespecteerd.
7.4

WATERVOORZIENING

Om correct te werken, moet de ketel correct worden aangesloten op een verwarmingssysteem. Men herinnert eraan
dat de installatie volgens de regels van de kunst moet worden uitgevoerd door een geautoriseerd persoon of bedrijf,
volgens het MB 37/08. De constructeur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verkeerd uitgevoerde installaties of
wanneer de installaties worden uitgevoerd door personeel dat niet technisch competent is.
Voor de installatie, raadpleeg de normen UNI7129 en UNI10412 (en relatieve aanpassingen).
Voor een correcte installatie moet men nagaan of de hydraulische installatie geen lekken vertoont die de werking van
de ketel en de integriteit ervan in het gedrang kunnen brengen. De installateur moet de oplossingen kiezen die nodig
worden geacht om te voorkomen dat de oppervlakken voor warmtewisseling van de ketel met verloop van tijd worden
aangetast door kalkaanzettingen, slib, ijzerresiduen en al wat verschillend is van het verwarmingswater. Op die manier
zal het thermisch rendement optimaal zijn en zullen de ketel en de installatie veilig werken. Men raadt sterk aan een
verzachter te installeren op de koudwatertoevoer en een filter met mazen op de leiding van de ketel, om de grofste
onzuiverheden tegen te houden.
-
ontlucht de verwarmingsinstallatie en de ketel volledig bij elke vulling.
-
de afvoer van de veiligheidsklep moet worden aangesloten en buiten de ketel worden gebracht.
-
het retourcircuit moet worden uitgerust met een systeem voor de chemisch-fysische behandeling
van het systeemwater, bijvoorbeeld, een afscheider met magneet: dit is noodzakelijk om de inter-
ne componenten van de ketel, zoals de elektronische circulatiepomp, te beschermen tegen onzui-
verheden en ijzerhoudende deeltjes aanwezig in de installatie. Als alternatief, raadt men aan een
warmtewisselaar te gebruiken om het water van de ketel te scheiden van het water van de instal-
latie.
-
Het is altijd verplicht de installatie te wassen of te reinigen in geval van een nieuwe installatie en
vervanging van de warmtegenerator, zoals voorgeschreven door de norm UNI8065.
22
cod. 6118220 ed. 02-2019

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lyra 19Lyra 23Lyra 27

Inhoudsopgave