Onderhoud van
zwenkwielen en lagers
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheid zakken, stel de parkeerrem
in werking, zet de motor af en verwijder het
sleuteltje.
2.
Verwijder de borgmoer van de bout waarmee het
zwenkwiel is bevestigd aan de zwenkwielvork
(Figuur
23). Pak het zwenkwiel vast en schuif
de bout uit de vork of draaiarm.
3.
Verwijder het lager uit de wielnaaf en laat het
lager eruit vallen
vanaf de andere kant van de wielnaaf.
4.
Controleer de lagers, het afstandsstuk en
de binnenkant van de wielnaaf op slijtage.
Beschadigde delen vervangen.
5.
Om het zwenkwiel in elkaar te zetten, drukt u het
lager in de wielnaaf. Om de lagers te monteren,
moet u op de buitenste loopring van het lager
drukken.
Figuur 23
1. Zwenkwiel
2. Zwenkwielvork
6.
Schuif het afstandsstuk van het lager in de
wielnaaf. Druk het andere lager in het open
uiteinde van de wielnaaf om het afstandsstuk
van het lager in de wielnaaf vast te zetten.
7.
Plaats de zwenkwielset in de zwenkwielvork en
zet deze vast op zijn plaats met behulp van een
bout en een borgmoer.
(Figuur
23). Verwijder het lager
3. Lagers
4. Afstandsstuk van het lager
Onderhoud van de
maaimessen
Veiligheid van de messen
Een versleten of beschadigd mes kan breken en
een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de bestuurder of omstanders en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Omwikkel de maaimessen of draag
handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen
verricht. De maaimessen mogen alleen worden
vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te
maken of er aan te lassen.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
1 mes draait.
Controleren op kromme messen
Als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u
de maaimachine op beschadigingen controleren en
reparaties uitvoeren voordat u de machine start en
weer in gebruik neemt. Haal alle moeren van de
aspoelie aan met 176 tot 203 N·m.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, zet de maai-eenheid in de
TRANSPORTSTAND
werking, schakel de motor uit en verwijder het
sleuteltje.
2.
Breng de maai-eenheid omhoog
naar de
SERVICE
Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.
g004738
3.
Draai het mes tot de punten naar voren en
achteren wijzen, en meet de afstand vanaf de
binnenkant van de maai-eenheid tot de voorste
snijrand van het mes
Opmerking:
4.
Draai het tegenoverliggende uiteinde van het
mes naar voren en meet de afstand tussen de
maai-eenheid en de snijrand van het mes in
dezelfde stand als bij stap 3.
Opmerking:
die zijn gemeten bij stap
21
, stel de parkeerrem in
-stand; raadpleeg de
(Figuur
24).
Noteer deze afstand.
Figuur 24
Het verschil tussen de afstanden
3
en stap
4
g004740
mag niet