Als niet-standaard papierformaat (aangepast formaat) is geladen
1
Druk op [Aangepast].
2
Voer de waarden in in [X] en [Y], en druk op [Toepassen].
Als veelgebruikte niet-standaard formaten zijn geregistreerd, kunt u deze oproepen door op [S1] tot [S3]
te drukken.
Als het ingestelde papierformaat niet zichtbaar is
Druk op [Overige formaten], en selecteer het papierformaat uit de weergegeven lijst.
2
Selecteer de papiersoort die in de multifunctionele lade is geladen.
Als u het formaat van het te laden papier vaak moet veranderen, selecteert u [Vrij]. Dit vermindert het aantal
stappen dat iedere keer moet worden verricht om de instellingen te veranderen. Let op: bij deze instelling zal
het apparaat afdrukken, ook als in het printerstuurprogramma een ander type papier is ingesteld dan er
daadwerkelijk in het apparaat is geplaatst.
Als het papiertype [Auto] is ingesteld in het printerstuurprogramma, werkt het apparaat net zo als bij het
papiertype [Normaal 1].
➠
Het formaat en type papier zijn ingesteld.
●
U kunt het op het scherm weergegeven papierformaat veranderen in stap 1.
papierformaten verbergen(P. 136)
Basishandelingen
131
Ongebruikte