Onderhoud en voorzorgsmaatregelen (Vervolgd)
• Zorg ervoor dat de metalen contactpunten
schoon zijn.
• Houd de draadloze afstandsbediening en
knoopcelbatterijen buiten het bereik van
kinderen. Als de batterij per ongeluk wordt
ingeslikt, neemt u onmiddellijk contact op met
een arts.
• Als de batterij elektrolytische vloeistof heeft
gelekt,
– raadpleegt u dan een plaatselijke, erkende
Sony-servicedienst.
– wast u de huid die in contact is gekomen met
de vloeistof.
– en er vloeistof in uw ogen is terechtgekomen,
spoelt u uw ogen grondig schoon met water
en neemt u contact op met een arts.
x
Als u uw camcorder voor langere tijd
niet gebruikt
• Schakel de camcorder ongeveer een keer per
maand in en neem beelden op en speel deze af,
zodat de camcorder in optimale staat blijft.
• Verbruik de batterij volledig voordat u de
camcorder opslaat.
Vochtcondensatie
Als uw camcorder vanuit een koude plek
rechtstreeks naar een warme plek gaat, kan vocht
in de camcorder condenseren en ervoor zorgen dat
de camcorder niet meer naar behoren werkt.
x
Wanneer vochtcondensatie is ontstaan
Laat uw camcorder ongeveer één uur
uitgeschakeld.
Opmerking over vochtcondensatie
x
Vocht condenseert wanneer u uw camcorder van
een koude plek naar een warme plaats brengt (of
vice versa) of wanneer u uw camcorder in een
vochtige plek gebruikt, zoals hieronder
aangegeven.
• Wanneer u uw camcorder van een skipiste naar
een verwarmde plek brengt.
• Wanneer u uw camcorder van een auto of kamer
met airconditioning naar een warme plek brengt.
• Wanneer u uw camcorder na een windstoot of
een regenbui gebruikt.
• Wanneer u uw camcorder in een warme en
vochtige locatie gebruikt.
174
NL
Vochtcondensatie voorkomen
x
Om vochtcondensatie te voorkomen wanneer u
uw camcorder van een koude naar een warme plek
brengt, stopt u de camcorder in een plastic zak die
u goed afsluit. Haal de camcorder uit de zak
wanneer de lucht in de plastic zak dezelfde
temperatuur heeft als de omgevingstemperatuur
(na ongeveer een uur).
Lcd-scherm
• Druk niet te hard op het lcd-scherm. Als u dat
wel doet, kan er schade aan het scherm ontstaan.
• Als uw camcorder wordt gebruikt op een koude
plek, kan er restbeeld op het lcd-scherm worden
weergegeven. Dit duidt niet op een storing.
• Tijdens het gebruik van uw camcorder kan de
achterkant van het lcd-scherm warm worden.
Dit duidt niet op een storing.
Het lcd-scherm reinigen
x
Het lcd-scherm is bedekt met een coating. De
coating kan losraken door krassen of wrijven. Ga
als volgt met het lcd-scherm om.
• Veeg vingerafdrukken of handcrème zo snel
mogelijk van het lcd-scherm. Hierdoor kan de
coating namelijk loslaten.
• Als u hard over het lcd-scherm wrijft, zelfs als u
dit met een tissue doet, kan de coating
beschadigd raken.
• Voordat u over het lcd-scherm veegt, moet u
stof of zand met een stofblazer of een
soortgelijk apparaat wegblazen.
• Veeg vuil op het lcd-scherm met een schone,
zachte doek weg, zoals een brillendoekje.
Het aanraakscherm aanpassen
x
(CALIBRATION)
De knoppen op het aanraakscherm werken
mogelijk niet goed.
Volg in dat geval de onderstaande procedure. U
wordt aangeraden de camcorder tijdens het proces
aan te sluiten op een stopcontact met behulp van
de meegeleverde netadapter.
1 Druk op de knop MENU t selecteer
(OTHERS) t [CALIBRATION]
met de knop v/V/b/B/SET.
2 Raak drie keer × aan op het lcd-scherm
met de hoek van de geheugenkaart of
iets soortgelijks.