Inhoudsopgave
Advertenties
Handige functies (Vervolgd)
2 Druk op de knop START/STOP.
De Superslowmotion-opname wordt
gestart.
z Tip
• U kunt ook op de knop MENU drukken en
(CAMERA SET) t [SLOW & QUICK] t
[SUPER SLOW MOTION] t [EXECUTE]
selecteren om over te schakelen naar de
opnamemodus Superslowmotion.
De duur handmatig bepalen
Wanneer [REC TIMING] is ingesteld op
[START TRIGGER], kunt u tijdens het
opnemen nogmaals op de knop START/
STOP drukken om de opname te stoppen.
De instelling voor de framesnelheid
wijzigen
Houd de knop ASSIGN1/S&Q ongeveer 1
seconde ingedrukt en wijzig de instelling
met de knop v/V/b/B/SET. Druk
vervolgens op de knop v/V/b/B/SET om
de instelling toe te passen.
Als u de opname wilt afbreken
Selecteer [Annuleren] op het scherm tijdens
het opnemen om de opname af te breken.
De opname wordt gestopt en de vastgelegde
inhoud wordt niet opgeslagen. Dit is handig
wanneer u meteen weer opnamen wilt
maken.
Superslowmotion-opnamen
annuleren
Druk op de knop ASSIGN1/S&Q of de
knop MENU tijdens stand-by.
b Opmerkingen
• Welke ondersteunde geheugenkaarten kunnen
worden gebruikt, is afhankelijk van de
bestandsindeling (p. 28).
• Bij superslowmotion-opnamen kan de
camcorder doorgaan met opnemen nadat u op de
knop START/STOP hebt gedrukt om de
opname te stoppen (maximaal 3 minuten).
Gebruik de camcorder niet terwijl de [REC]-
64
NL
indicator op het scherm knippert en wacht tot
[STBY] wordt weergegeven.
• Nadat u de opname hebt gestopt, gaat de
camcorder verder met opnemen totdat het
schrijven van 0,5 seconden aan gegevens is
voltooid.
• De sluiterwaarde wordt mogelijk niet correct
weergegeven bij opnamen in superslowmotion
als [SHUTTER DISPLAY] is ingesteld op
[DEGREE] (p. 130).
• Dit is alleen beschikbaar als de schakelaar
AUTO/MANUAL op MANUAL is ingesteld.
De iris, ISO-gevoeligheid/-versterking en
sluitertijd zijn ingesteld op handmatig.
• Wanneer [FRAME RATE] wordt ingesteld op
[960] ([1000]), verschuift de weergegeven en
opgenomen opname ongeveer 1,35 keer naar de
telefotozijde.
• Wanneer [FRAME RATE] is ingesteld op [480]
of [960] ([500] of [1000]), wordt het beeld iets
minder goed weergegeven in vergelijking met
normale opnamen.
• Als u de ISO-gevoeligheid/-versterking,
sluitertijd of witbalans wijzigt, neemt de
beeldkwaliteit op het lcd-scherm af, maar
worden de camera-instellingen die actief zijn
wanneer de opname wordt beëindigd, toegepast
op de opname. Zie pagina 70 voor meer
informatie over het weergeven van
cameragegevens.
• Als u de instelling voor de framesnelheid wilt
wijzigen, moet u eerst de opname stoppen.
• De tijdcode wordt vastgelegd in de modus [REC
RUN] (p. 133).
• De Superslowmotion-modus wordt automatisch
geannuleerd wanneer de camcorder wordt
uitgeschakeld, maar de instelling voor [FRAME
RATE] blijft behouden.
• Flikkeringcorrectie heeft geen effect.
• U kunt geen geluid opnemen.
• De functie voor automatische scherpstelling
wordt niet ondersteund.
• Sluitertijden die lager zijn dan de framesnelheid
kunnen niet worden geselecteerd.
• Superslowmotion-opnamen worden niet
ondersteund als de bestandsindeling XAVC
QFHD is.
• Zie 'Opnamebeperkingen voor vertraagd
opnemen, versneld opnemen en
superslowmotion' (p. 165) voor meer informatie
over de beperkingen van Superslowmotion.
Advertenties
Inhoudsopgave
