Als
knippert tijdens de automatische
aanpassing van de iris, stelt u het ND-filter
in op 1. Als
knippert tijdens de
automatische aanpassing van de iris, stelt u
het ND-filter in op 2. Als
tijdens de automatische aanpassing van de
iris, stelt u het ND-filter in op 3.
De ND-filterindicator stopt met knipperen
en blijft op het scherm staan.
Als
knippert, zet u het ND-filter E
op OFF. Het ND-filtericoon verdwijnt van
het scherm.
b Opmerkingen
• Als u tijdens het opnemen het ND-filter E
wijzigt, kunnen de video en het geluid vervormd
raken.
• Wanneer u de iris handmatig instelt, zal het ND-
filtericoon niet knipperen, zelfs niet als het
lichtniveau moet worden aangepast met het ND-
filter.
• Als de camcorder de positie van het ND-filter
niet kan detecteren (OFF/1/2/3), knippert
op het scherm. Zorg ervoor dat het ND-filter
correct is ingesteld.
z Tip
• Tijdens het opnemen van een helder onderwerp
kan diffractie optreden als u het diafragma
verder sluit, wat resulteert in een vage
scherpstelling (dit is een veelvoorkomend
probleem bij videocamera's). Het ND-filter E
onderdrukt dit fenomeen en geeft betere
opnameresultaten.
De kleurtint
aanpassen
De witbalans aanpassen
knippert
U kunt de witbalans aanpassen aan de
belichtingsomstandigheden van de
opnameomgeving.
U kunt de waarden voor de witbalans
respectievelijk opslaan in geheugen A
(
witbalans opnieuw wordt aangepast, blijven
de waarden hetzelfde, zelfs als de voeding
is uitgeschakeld.
Wanneer u PRESET selecteert, wordt
[OUTDOOR], [INDOOR] of [MANU WB
TEMP] geselecteerd, afhankelijk van wat u
eerder hebt ingesteld met [WB PRESET] in
het
1
2
3
A) en geheugen B (
(CAMERA SET)-menu.
Stel de AUTO/MANUAL-
schakelaar B in op MANUAL.
Druk op de WHITE BALANCE-
knop A.
De waarde voor de witbalans wordt
gemarkeerd.
Draai aan de knop MANUAL om
PRESET, A of B te selecteren.
B). Tenzij een
47
NL
Vervolg ,