De flitser inschakelen
Snelle flits
Met de snelle flitsfunctie kunt u flitsen als het gereed-lampje groen
brandt (voordat de flitser helemaal is opgeladen). De snelle flits is altijd
beschikbaar, ongeacht de ingestelde transportmodus van de camera.
Het flitsvermogen is ongeveer 1/2 tot 1/3 van het volledige vermogen,
maar is effectief voor opnamen met een korter flitsinterval.
Tijdens handmatig flitsen is deze functie beschikbaar als het
flitsvermogen is ingesteld op 1/4 tot 1/128. U kunt geen snelle flits
gebruiken tijdens draadloze flitsopnamen.
Automatische uitschakeling
Om de batterijen te sparen gaat de flitser automatisch uit als deze
ongeveer 90 seconden niet is gebruikt. U schakelt de Speedlite weer in
door de ontspanknop van de camera half in te drukken of op de
testflitsknop (gereed-lampje) van de flitser te drukken.
Tijdens draadloze zenderflitsopnamen met radiotransmissie (p. 57) of
tijdens gekoppeld fotograferen (p. 69) wordt de flitser na circa 5 minuten
automatisch uitgeschakeld.
U kunt niet testflitsen als de timer 3/1/o/7/2 van de camera is geactiveerd.
Zie pagina 54 voor de weergave van <G> bij instelling als zendunit
tijdens draadloze flitsopnamen met radiotransmissie.
18
Zet de aan-/uitschakelaar in de
1
stand <K>.
Het opladen van de flitser wordt gestart.
Tijdens het opladen wordt <G>
op het LCD-paneel weergegeven.
Wanneer het opladen van de flitser is
voltooid, verdwijnt deze indicatie.
Controleer of de flitser gereed is
2
voor gebruik.
Het gereed-lampje verandert van uit
naar groen (snelle flits klaar) naar
rood (volledig opgeladen).
U kunt op de testflitsknop (gereed-lampje)
drukken om een testflits te geven.