'weggeschoten'! Als het niet mogelijk is de afsluiter van de snelkoppeling volledig te monteren, vet dan de rubber
afdichting en de klemhaken in.
13. Open de afzuigkraan van de TurboFiller
14. Sluit het deksel van de TurboFiller en activeer de fustreiniger
15. Sluit alle drie kranen op de TurboFiller weer.
16. Controleer of alle doppen dicht zijn. Als dat niet het geval is, moet
op knop A ('Hoofdkraan AAN/UIT') op de bedieningshendel
worden gedrukt om ze te sluiten.
17. Druk op de FluidBox op
maken.
18. Laat de vloeistof minimaal 3 minuten in de tank circuleren terwijl
de doppen zijn gesloten. Pas dit toe om de retourleidingen van de
spuitboom naar de tank te reinigen.
19. Druk op
om de tankreinigingsdoppen in te schakelen. Laat de vloeistof 3 minuten circuleren.
±
WAARSCHUWING! Voer een extra reiniging uit wanneer kritische chemicaliën (zoals bijv. sulfonylureum) zijn gebruikt
of een reinigingstoevoeging is aangeraden:
20. Vul de spoeltank weer.
21. Vul de hoofdtank voor 1/3 (maximaal 500 liter) met schoon water.
22. Breng het reinigingsmiddel in de tank met behulp van de TurboFiller. Volg de aanwijzingen op het etiket van het
reinigingsmiddel.
23. Spuit het water met reinigingsmiddel en spuitmiddelresten uit.
Stel de spuitdruk in op 3-5 bar.
Het reinigingswater bevat nog steeds actieve middelen, kies daarom een geschikt gebied voor het uitspuiten ervan.
Het reinigingswater kan ook op de locatie voor reinigen/vullen worden opgevangen in een geschikte
opvangvoorziening (zoals een giertank of een gelijksoortige voorziening). Voorkom vervuiling van de vulplaats en
accumulatie van spuitmiddelen.
Ga door met spuiten totdat alle vloeistof uit de spuitleidingen en -doppen is.
24. Sluit alle doppen m.b.v. de 'hoofdkraan AAN/UIT'-schakelaar.
25. Spoel de spuit nogmaals met schoon water om alle resten van het reinigingsmiddel uit te spoelen. Dit voorkomt dat
er reinigingsmiddel in het vloeistofsysteem komt, wat schadelijk kan zijn voor het volgende middel waarmee de
hoofdtank wordt gevuld.
26. Spoel in stap 18 tevens de TurboFiller. Bedien tijdens dit proces alle 3 kranen.
27. Demonteer alle filters (zuigfilters, persfilters, lijnfilters en spuitdopfilters) en reinig de filterzeven met schoon water en
een reinigingsmiddel en een borstel.
±
WAARSCHUWING! Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder of eigenaar van de veldspuit dat de veldspuit
voldoende wordt gereinigd om vervuiling van het milieu, gewasschade en gevaar voor gezondheid en veiligheid van
bestuurder en publiek te voorkomen. Alle schade en incidenten als gevolg van onvoldoende reiniging vallen buiten
de verantwoordelijkheid van HARDI.
μ
LET OP! De reinigingsdoppen garanderen niet dat de tank altijd volledig wordt schoongespoeld. Reinig daarna
handmatig met een hogedrukreiniger, vooral als het volgende te bespuiten gewas gevoelig is voor het zojuist
gebruikte spuitmiddel!
en de TurboDeflector-kraan
om het spuiten mogelijk te
. Laat de vloeistof 3 minuten circuleren.
om de vultrechter van binnen te reinigen.
5 - Bediening
A
137