11
|
Configuratie
Noodbedrijfsmodus
Uitgebreide handleiding voor de installateur
206
#
Code
[9.3.7]
[5-01]
Werking
#
Code
[9.3.8]
[4‑00]
INFORMATIE
Wanneer de verwarming van het warm tapwater door de warmtepomp te traag
verloopt, kan dit een nadelige invloed hebben op de comfortabele werking van het
ruimteverwarmings-/koelingscircuit. Als dit het geval is, moet u de back-
upverwarming laten bijstaan tijdens het bereiden van warm tapwater door [4-00]=1
of 2 in te stellen.
Maximumcapaciteit
Tijdens normale werking is de maximumcapaciteit als volgt:
▪
3 kW voor een unit van 230 V, 1N~
▪
6 kW voor een unit van 400 V, 3N~
De maximumcapaciteit van de back-upverwarming kan worden beperkt. De
ingestelde waarde hangt af van de gebruikte spanning (zie onderstaande tabel) en
is de maximumcapaciteit tijdens noodbedrijf.
#
Code
[9.3.5]
[4-07]
(a)
Als de waarde [4-07] lager is ingesteld, dan wordt de laagste waarde in alle bedrijfsmodi
gebruikt.
Noodbedrijf
Indien de warmtepomp weigert te werken, kan de back-upverwarming als
noodverwarmingstoestel werken. Deze kan de warmtebelasting automatisch of na
handmatige tussenkomst overnemen.
▪
Wanneer Noodbedrijf is ingesteld op Automatisch en er zich een storing
voordoet in een warmtepomp, neemt de back-upverwarming automatisch de
productie van warm tapwater en de ruimteverwarming over.
Evenwichtstemperatuur: Buitentemperatuur
waaronder werking van de back-upverwarming
(of externe back-upwarmtebron in geval van een
bivalent systeem) is toegestaan.
Bereik: –15°C~35°C
Werking van de back-upverwarming:
▪
0: Beperkt
▪
1: Toegestaan
▪
2: Alleen
ingeschakeld
uitgeschakeld voor ruimteverwarming.
(a)
0~6 kW wanneer spanning is ingesteld op 230 V,
1N~
0~9 kW wanneer spanning is ingesteld op 400 V,
3N~
Beschrijving
Beschrijving
WTW: De back-upverwarming is
voor
warm
tapwater
Beschrijving
Daikin Altherma 3 WS
4P675764-1B – 2023.02
en
EWSAH/X06D