6.2.1 Eenpersoonskamer
Vloerverwarming of radiatoren – Bedrade kamerthermostaat
EWSAH/X06D
Daikin Altherma 3 WS
4P675764-1B – 2023.02
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
Opstelling
B
a
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat)
b Afstandbuitensensor
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie
"9.2 Overzicht van de elektrische verbindingen voor de uitwendige en
inwendige
stelmotoren" [
▪
De vloerverwarming of radiatoren zijn rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪
De kamertemperatuur wordt geregeld door de speciale interface voor menselijk
comfort (BRC1HHDA, die als kamerthermostaat gebruikt wordt).
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
Voordelen
▪
Grootste comfort en effectiviteit. De slimme kamerthermostaatfunctie kan de
gewenste aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de
werkelijke kamertemperatuur (aanpassing). Dit resulteert in volgende zaken:
-
Een stabiele kamertemperatuur die aan de gewenste temperatuur voldoet
(groter comfort)
-
Minder AAN/UIT-cycli (stiller, groter comfort en grotere effectiviteit)
-
De laagst mogelijke aanvoerwatertemperatuur (grotere effectiviteit)
A
b
4
90].
2 (Kamerthermostaat): De unit werkt
op basis van de omgevingstemperatuur
van de speciale interface voor menselijk
comfort.
0 (1 zone): Primair
Waarde
Uitgebreide handleiding voor de installateur
31