Stroomsterkte uitschakelauto
maat C
5.2
Keuze van de opstelplaats
Afb.24 Opstelplaats van de buitenunit
7617468 - v03 - 11092015
Eenheid
A
Houd bij uw keuze van de ideale opstelplaats rekening met de ruimte
nodig voor de warmtepomp en de wettelijke voorschriften.
Installeer de warmtepomp op een stevige, stabiele ondergrond die het
gewicht van de warmtepomp, gevuld met water en volledig uitgerust,
kan dragen.
5.2.1 Plaatsen van het apparaat
Opstelplaats van de buitenunit
Kies zorgvuldig een plaats voor de buitenunit in verband met de buren om
dat het apparaat lawaai maakt.
Om overdracht van trillingen te voorkomen moet de buitenunit op een on
dergrond (betonnen onderstel, langsdragers, betonblokken,...) staan zon
der stijve verbinding met het betreffende gebouw
Zorg voor voldoende vrije ruimte ten opzichte van de grond (100 tot 500
mm) om het apparaat watervrij te houden.
Gebruik altijd een voetstuk met een metalen frame hoog genoeg boven de
grond uitsteekt zodat het condenswater goed kan wegstromen. De breed
MW-M001448-2
te van het voetstuk mag niet groter zijn dan die van de buitenunit.
Installeer de buitenunit altijd hoog genoeg boven de grond zodat het con
denswater goed kan wegstromen.
Installatie in koude en besneeuwde gebieden
Wind en sneeuw kunnen aanzienlijk afbreuk doen aan de prestaties van
de warmtepomp. Zorg ervoor dat de volgende informatie in aanmerking
wordt genomen om de buitenunit correct te installeren.
Installeer de buitenunit altijd hoog genoeg boven de grond zodat het
condenswater goed kan wegstromen.
De breedte van het voetstuk mag niet groter zijn dan die van de buiten
unit. IJsvorming kan leiden tot defecten (koelvloeistoflek).
De hoogte van het onderstel moet hoger zijn dan de hoogte van de
zwaarste sneeuwval. Deze maatregel helpt om de wisselaar te bescher
men tegen sneeuw en om ijsvorming te voorkomen tijdens het ontdooi
en.
Verhoog in gebieden met veel sneeuwval de vrije ruimte tot minstens
200 mm ten opzichte van de gemiddelde dikte van de sneeuwlaag.
Eenfase
32
Opgelet
De binnenmodule van de warmtepomp moet in een vorstvrije
ruimte geïnstalleerd worden.
Waarschuwing
Geen enkel obstakel mag de vrije luchtcirculatie rond de buiten
unit hinderen (aanzuiging en uitmonding)
Plaats de buitenunit niet in de buurt van slaapkamers.
Plaats de unit niet tegenover een wand met beglazing
Vermijd plaatsing in de buurt van een terras, enz.
Kies een plek uit de wind.
Toelichting
De condensaatafvoer moet regelmatig worden schoongemaakt
om eventuele verstoppingen te voorkomen.
5 Voor de installatie
Driefase
16
AWHP MPI-3
37