11 Bij storing
11.1 Storingscodes
Tab.35 Lijst van storingscodes
Storingscode
Beschrijving
Configuratiefout
Storing aanvoersensor.
De warmtepomp stopt en er
zijn geen regelingsmodi be
schikbaar.
Storing buitentemperatuur
sensor.
De regelaar gaat over op de
gereduceerde modus met een
standaard buitentemperatuur
van -20°C.
Storing sanitair warmwater
sensor.
De sanitair warmwaterproduc
tie staat uit
Debietfout
De warmtepomp stopt en er
zijn geen regelingsmodi be
schikbaar.
7617468 - v03 - 11092015
In geval van storing verschijnt op het bedieningspaneel het symbool
een storingscode.
Opgelet
Noteer de weergegeven code.
De storingscode is belangrijk voor een juiste en snelle diagnose
van het type storing en voor eventuele technische bijstand van uw
installateur.
Druk op toets
om terug te keren naar het hoofdscherm.
Het symbool
blijft weergegeven zolang de storing niet verholpen is.
In alle menu's is navigeren mogelijk.
Mogelijke oorzaak
De regelingsmodus is niet
compatibel met de configu
ratie van de parameters
van de installateur
Slecht contact
Defecte sensor
Slecht contact
Defecte sensor
Slecht contact
Defecte sensor
De waterdruk is te laag
Debiet verwarmingswater
is te laag
Geen circulatie
Te veel lucht
Verkeerde pompbekabeling Controleer de elektrische aansluitingen.
Debietmeter
Verstopt verwarmingscir
cuit.
Controle / oplossing
Controleer parameters
Controleer de bedrading.
Controleer de goede werking van de sen
sor door de weerstand hiervan te meten.
Vervang sensor indien nodig.
Controleer de bedrading.
Controleer de goede werking van de sen
sor door de weerstand hiervan te meten.
Vervang sensor indien nodig.
Controleer de bedrading.
Controleer de goede werking van de sen
sor door de weerstand hiervan te meten.
Vervang sensor indien nodig.
Draai de afsluiters dicht en controleer vervol
gens de waterdruk met een manometer.
Controleer of de circulatiepomp werkt.
Steek een schroevendraaier in de gleuf van
de as van de circulatiepomp en draai de as
meerdere malen naar rechts en links.
Controleer de bedrading.
Controleer of de pomp stroom krijgt.
Indien de pomp nog steeds niet werkt, is hij
defect en moet hij vervangen worden.
Ontlucht de binnenmodule en de installatie
volledig voor een optimale werking.
Controleer de elektrische aansluitingen.
Vervang de debietmeter.
Controleer of de filters niet verstopt zijn.
Reinig en spoel de installatie door.
AWHP MPI-3
11 Bij storing
en
en
.
87