Inhoudsopgave
Advertenties
4
Druk op de knop 4.
De scherpstelling wordt vastgehouden en de camera gaat terug naar de
opnamestand.
Als u de focus opnieuw wenst aan te passen, druk op de vierwegsbesturing (5)
\ indicator weer te geven.
om de
De opnamefunctie en de transportstand kunnen niet worden gewijzigd terwijl
\ wordt aangepast.
Om van de \ naar een andere focusinstelling over te schakelen,
druk de vierwegsbesturing in (5) terwijl de \ indicator
weergegeven wordt.
Focusvergrendeling
Wanneer u moeite hebt met de autofocus op een subject, probeer dan de
volgende handelingen.
U heeft mogelijk moeite met autofocus op subjecten zoals:
• Subjecten met zwak contrast. (blauwe hemel, strakke witte muur, enz.)
• Donkere plekken, zwarte objecten, of subjecten die geen licht reflecteren.
• Subjecten met sterk reflecterend licht of sterk UV-licht
• Objecten met een fijn patroon
• Snel bewegende objecten
• Wanneer een ver verwijderd object en een dichtbij gelegen object zich beide in
het focuskader bevinden.
1
Een ander subject vinden dat zich op dezelfde afstand bevindt
van de camera als het gewenste subject.
2
Focus op het andere subject.
Localiseer het in het focuskader op de LCD-monitor.
3
Druk de ontspanknop halfweg in.
Het focuskader wordt groen wanneer het andere subject in focus is.
4
Terwijl u de ontspanknop halfweg ingedrukt houdt, beweegt u
de camera om de gewenste compositie te bekomen.
De focus wordt vergrendeld op het punt dat u hebt ingesteld in stap 3
zelfs als u opnieuw de compositie instelt. (Focusvergrendeling)
5
Druk de ontspanknop volledig in.
4
69
Advertenties
Inhoudsopgave
