Beschikbaar in R A d q < I i \ c Q E
De belichting (Belicht. corr.) instellen
U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen.
Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
4
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Belicht. corr.]
met de vierwegbesturing (23).
3
Selecteer de belichtingscorrectiewaarde
met de vierwegbesturing (45).
De geselecteerde belichtingscorrectiewaarde
wordt opgeslagen.
Kies een positieve (+) waarde voor lichte opnamen.Kies een negatieve (–)
waarde voor donkere opnamen.
U kunt een belichtingscorrectiewaarde kiezen tussen –2,0 en +2,0 LW in stappen
van 1/3 LW.
Druk op de knop 3.
4
De instelling is gereed en de camera keert terug naar de opnamestand.
In de s en b instellingen is de LW compensatie vastgesteld op ±0.0.
De belichtingscorrectiewaarde opslaan 1blz.85
76
MENU
2, 3
1, 4
1/3
Opnemen
8
Opnamepixels
M
Kwaliteitsniveau
AWB
Witbalans
AF-modus
ISO
Gevoeligheid
AUTO
Einde
Exit
Exit
MENU
Opnemen
2/3
0.0
Belicht. corr.
Video
Digitale zoom
Momentcontrole
QUICK
Geheugen
Einde
Exit
Exit
MENU
Y
0.0