Veiligheidsgordels
Beschermende werking
van veiligheidsgordels
De auto, de bestuurder en de passagiers
hebben allemaal kinetische energie als
die in beweging is. De kracht van deze
kinetische energie is afhankelijk van de
snelheid, het lege gewicht van de auto
en het gecombineerde gewicht van alle
inzittenden. Hoe hoger de snelheid en de
gecombineerde massa, hoe sterker de
energie die bij een botsing vrijkomt.
Bij een botsing zullen de inzittenden
die hun veiligheidsgordels niet hebben
omgedaan, als de auto al abrupt tot
stilstand gekomen is, zich naar voren
blijven bewegen met de snelheid waarmee
de auto reed op het moment van de
botsing, waardoor zij ernstig letsel kunnen
oplopen.
Bij een aanrijding waarbij de inzittenden
hun veiligheidsgordel hebben omgedaan,
houden die ze op hun plaats en wordt
zo verhinderd ze dat ze met geweld naar
voren of uit de auto worden geslingerd.
Bovendien bieden veiligheidsgordels
in combinatie met airbags de beste
bescherming, waardoor het aantal
verwondingen bij een aanrijding aanzienlijk
wordt verminderd.
WAARSCHUWING!
De krachten die op het menselijk
•
lichaam werken, kunnen tijdens een
botsing hevig zijn, zelfs bij een zeer
lage snelheid van de auto. Inzittenden
die hun veiligheidsgordel niet om-
gedaan hebben, kunnen uit de auto
geslingerd worden, met ernstig letsel
tot gevolg.
Alle inzittenden in de auto moeten hun
•
veiligheidsgordels goed omdoen. Als
ze dat niet doen, kunnen ze bij een on-
geval met geweld uit de auto worden
geslingerd. Dit veroorzaakt niet alleen
persoonlijk letsel, maar brengt ook de
andere inzittenden in gevaar.
Juiste zithouding
Voor de bestuurder
Een correcte zithouding is bevorderlijk
bij het besturen van de auto en kan
vermoeidheid bij de bestuurder tegengaan.
Om de veiligheid van alle inzittenden te
garanderen en het risico op ongevallen
te verminderen, is het belangrijk dat de
bestuurder de volgende aanpassingen
doorvoert:
De stand van de bestuurdersstoel
•
aanpassen voor een eenvoudige en
effectieve bediening van pedalen en
bedieningsschakelaars.
De rugleuning van de bestuurdersstoel zo
•
afstellen dat de rug van de bestuurder volledig
op de rugleuning van de stoel aansluit.
De hoofdsteun van de bestuurdersstoel
•
zo aanpassen dat het hoofd van de
bestuurder zich precies in het midden
van de hoofdsteun bevindt.
De stand van het stuurwiel zo instellen
•
dat het stuur op de juiste afstand van de
bestuurder staat.
De veiligheidsgordel op de juiste manier
•
omdoen.
Voorpassagier
Om de veiligheid van de voorpassagier te
garanderen en het risico op ongelukken te
verminderen, moeten de voorpassagiers de
volgende afstellingen maken:
De stand van de voorpassagiersstoel
•
aanpassen om de passagier op de juiste
afstand van het dashboard te houden.
06
43