Figuur 16
1. Accumeter/urenteller
Als u de machine gebruikt, zullen de streepjes verdwijnen
naarmate de stroom die de accu's leveren, wordt verbruikt.
Als er nog maar twee streepjes over zijn, gaat het rode
waarschuwingslampje op de meter branden en begint het
accu-icoontje op het scherm te knipperen
duidt erop dat de accu's bijna leeg zijn, en dat u deze zo
snel mogelijk moet opladen om schade aan de accu's te
voorkomen.
Figuur 17
1. Accu-icoontje
Als er nog maar één streepje over is, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en schakelt de machine over
op de energiezuinige modus
de machine niet sneller rijder dan 5 km per uur. U dient dan
de accu's onmiddellijk op te laden om te voorkomen dat ze
schade oplopen.
Als de accu's volledig zijn ontladen, zal de motor afslaan.
Zorg ervoor dat de accu's nooit volledig ontladen raken.
Belangrijk: Voor een maximale levensduur van de
accu's moet u de accu's altijd opladen als er 2 of meer
streepjes zichtbaar zijn op het scherm. Indien de accu's
regelmatig zover worden ontladen dat minder dan 2
2. Streepjes van
laadindicator
(Figuur
17). Dit
2. Waarschuwingslampje –
AAN
(Figuur
18). In deze modus zal
streepjes zichtbaar zijn op het scherm, zullen de accu's
een kortere levensduur hebben.
1. Accu-icoontje
2. Waarschuwingslampje – knippert
Een nieuwe machine inrijden
Belangrijk: Voer de volgende stappen uit tijdens de
eerste 10 bedrijfsuren:
•
Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor een
nieuwe machine moet u krachtig remmen vermijden.
Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren
optimale prestaties doordat de remmen dan als gevolg
van het gebruik zijn gepolijst (ingereden).
•
Zie het hoofdstuk
bijzondere omstandigheden (bladz. 28)
controles op rustige momenten.
•
Controleer de stand van de voorwielophanging en stel
af indien nodig.
Gebruik van de machine
1. Haal de oplader uit het stopcontact.
2. Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het sleuteltje
in de AAN-/UIT-schakelaar en draai dit naar rechts
op AAN.
3. Zet de richtingschakelaar van de machine in de
gewenste stand.
Opmerking: Als u de richtingschakelaar van
de machine in de achteruitstand zet terwijl de
aan-/uit-schakelaar in de stand Aan staat, klinkt er
een zoemer om u te waarschuwen dat de machine in
achteruitstand staat.
4. Zet de parkeerrem vrij.
5. Trap het gaspedaal langzaam in om de machine in
beweging te zetten.
22
Figuur 18
Onderhoud van de machine in
voor bijzondere