Voorbereidingen voor opslag
Omgeving
Gebruik een geschikte opvangbak. Gebruikte
olie, koelvloeistof en reductant moeten in over-
eenstemming met de nationale en internationale
wetten en voorschriften worden afgevoerd.
N.B.:
De verstuivers mogen niet worden verwijderd.
1.
Verwijder de plugs en tape van de koelvloei-
stofaansluitingen, luchtinlaat en uitlaatpijp.
2.
Tap de olie af.
3.
Vervang het oliefilter en brandstoffilter.
4.
Maak de centrifugaalreiniger schoon.
5.
Voeg motorolie toe tot aan het minimumpeil
op de oliepeilstok.
6.
Tap het koelsysteem af en spoel dit zodat
eventueel aanwezige oude koelvloeistof
wordt verwijderd.
7.
Vul het systeem vervolgens met conserve-
rende koelvloeistof.
8.
Meng conserverende brandstof in een hou-
der. Ontkoppel de brandstofleiding bij de
aanzuigleiding van de opvoerpomp en sluit
de slang van de houder aan.
OPM 100 nl-NL
9.
Ontkoppel de brandstofleiding bij de over-
loopklep en sluit een retourslang aan op een
afzonderlijke houder.
10.
Sluit het brandstofsysteem aan en ontlucht
dit.
11.
Start de motor en laat deze 20 minuten draai-
en op 1.100 omw/min.
Als de motor is uitgerust met een SCR-sys-
teem en de reductanttank leeg is, is het mo-
gelijk om de motor gedurende deze beperkte
duur te laten lopen zonder de componenten
van het SCR-systeem te beschadigen. Dit is
van toepassing als de motor onbelast loopt.
12.
Als de motor is uitgerust met een SCR-sys-
teem en de reductanttank gevuld is met re-
ductant: Dicht alle verbindingen in het SCR-
systeem af.
13.
Verwijder de kleppendeksels en smeer de
klepmechanismes met de stoterstangen en de
klepstoters en het verstuivermechanisme met
een ruime hoeveelheid conserverende olie.
Breng de kleppendeksels aan.
14.
Tap de koelvloeistof af als de motor niet
wordt opgeslagen met koelvloeistof in het
systeem. Voorzie alle koelvloeistofaanslui-
tingen van plugs en tape als de motor zonder
koelvloeistof in het koelsysteem wordt opge-
slagen.
15.
Vervang het filterelement in de luchtreiniger.
16.
Dek de luchtinlaat en uitlaatpijp af.
17.
Besproei de dynamo en startmotor met een
waterafstotende roestwerende olie: CRC
226, LPS1 of een equivalente olie.
18.
Besproei de buitenzijde van glanzende mo-
toronderdelen eerst met doordringende con-
serverende olie, zoals Dinitrol 25B en
vervolgens met Dinitrol 112 of een equiva-
lent middel.
19.
Markeer op de motor duidelijk de datum van
de opslagvoorbereiding en geef aan dat de
motor niet gestart of gedraaid mag worden.
110
©
Scania CV AB 2021, Sweden
De motor voorbereiden op opslag