❚❚ De elektronische afstandsmeter
Als het objectief over een maximaal
diafragma van f/5.6 of groter beschikt, kan
de aanduiding voor de
zoekerbeeldscherpte worden gebruikt om
te controleren of het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt scherp in
beeld is (het scherpstelpunt kan worden
geselecteerd uit een van de 39 beschikbare scherpstelpunten).
Druk, na het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt te
hebben geplaatst, de ontspanknop half in en draai aan de
scherpstelring van het objectief tot de scherpstelaanduiding (I)
wordt weergegeven. Merk op dat bij de onderwerpen die worden
vermeld op pagina 80, de scherpstelaanduiding in sommige
gevallen ook wordt weergegeven wanneer het onderwerp niet
scherp in beeld is; controleer de scherpstelling in de zoeker alvorens
te fotograferen.
A
Handmatige scherpstelling selecteren met de camera
Als het objectief M/A (autofocus met
handcorrectie) of A/M (autofocus met
handmatige handcorrectie/AF-prioriteit)
ondersteunt, kan handmatige scherpstelling
ook worden geselecteerd door de
scherpstelstand van de camera op MF
(handmatige scherpstelling; 0 78) in te stellen.
De scherpstelling kan vervolgens handmatig worden aangepast, ongeacht
de stand die voor het objectief is geselecteerd.
A
Filmvlakpositie
De positie van het filmvlak wordt
aangeduid door de filmvlakmarkering op
de camerabody. De afstand tussen het
objectiefbevestigingsvlak en het filmvlak
bedraagt 46,5 mm.
46,5 mm
Filmvlakmarkering
Meer over fotografie
89