❚❚ Het objectief verwijderen
Vergeet niet de camera uit te schakelen bij het
verwijderen of verwisselen van objectieven.
Houd, om het objectief te verwijderen, de
objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl het
objectief naar rechts wordt gedraaid (w). Plaats,
na het verwijderen van het objectief, de
objectiefdoppen en de bodydop van de camera
terug.
A
Schakelaars A-M, M/A-M, A/M-M en vibratiereductie (VR)
Schuif de schakelaar naar A bij het gebruik van
autofocus met een objectief voorzien van een
schakelaar voor de A-M-stand (heeft het
objectief een M/A-M- of A/M-M-schakelaar,
selecteer dan M/A of A/M). Voor informatie over
andere objectieven die geschikt zijn voor de camera, zie pagina 314.
Als het objectief over een schakelaar voor
vibratiereductie (VR) beschikt, selecteer dan
ON (AAN) om de effecten van vibratie te
verminderen (0 380).
A
Objectieven met knoppen voor intrekbare objectiefcilinders intrekken
Om het objectief in te trekken wanneer de
camera niet in gebruik is, houd de knop voor de
intrekbare objectiefcilinder (q) ingedrukt en
draai de zoomring naar de "L" (vergrendeld)-
positie zoals afgebeeld (w). Trek het objectief
in alvorens het van de camera te verwijderen,
en let op dat u niet op de knop van de
intrekbare objectiefcilinder drukt bij het
bevestigen of verwijderen van het objectief.
37
Inleiding