7 Toegangsbeveiliging, IT-veiligheid
Noodgeval-instrument-
code
50
opnieuw worden ingevoerd. Bij gebruik van de bedienings-app resp.
de DTM wordt dan de opgeslagen instrumentcode aan de gebruiker
voor het ontgrendelen getoond.
De noodgeval-instrumentcode maakt het mogelijk het instrument te
ontgrendelen in het geval, dat de instrumentcode niet meer bekend
is. Deze kan niet worden veranderd. De noodgeval-instrument-vrij-
gavecode bevindt zich op het meegeleverde informatieblad " Access
protection". Wanneer dit document verloren gaat, kan de noodge-
val-instrumentcode bij uw contactpersoon na legitimatie worden
aangevraagd. De opslag en de overdracht van de instrumentcodes
verloopt altijd gecodeerd (SHA 256 algoritme).
7.3
Opslaan van de codes in myVEGA
Wanneer de gebruiker een " myVEGA"-account heeft, dan wordt de
Bluetooth-toegangscode en de instrumentcode bovendien in het
account onder " PIN's en codes" opgeslagen. Het gebruik van andere
bedieningstools wordt daarmee vereenvoudigd, omdat alle Blue-
tooth-toegangscodes en instrumentcodes bij de verbinding met de "
myVEGA"-account automatisch worden gesynchroniseerd.
7.4
IT-veiligheid (IEC 62443-4-2)
Het instrument in de uitvoering met IT-veiligheid (IEC 62443-4-2)
biedt bescherming tegen de volgende dreigingen:
•
Gegevensmanipulatie (schending van de integriteit)
•
Denial of Service DoS (schending van de beschikbaarheid)
•
Spionage (schending van de vertrouwelijkheid)
Daartoe beschikt het instrument over beproefde veiligheidsfuncties:
•
Gebruikersauthenticatie
•
Eventgeheugen (logging)
•
Integriteitscontroles van de firmware
•
Resourcemanagement
•
Gegevensback-up voor herstel
Opmerking:
Neem hiertoe de eisen uit de documenten " Cybersecurity conform
IEC 62443-4-2" en de " Component Requirements" voor de VEGA-
PULS 6X in acht. Hieraan moet worden voldaan om ervoor te zorgen
dat de getrapte veiligheidsstrategie van het instrument het beoogde
effect sorteert. U vindt de documenten op onze website of via "
myVEGA.".
VEGAPULS 6X • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART