9 Met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
SP13 - amplitudever-
schil bij functie "Echo's
samenvatten"
SP14 - echo-afstand voor
functie "Echo's samen-
vatten"
SP15 - functie "Eerste
grote echo" activeren
SP16 - minimale amplitu-
de "Eerste grote echo"
SP17 - breedte focusseer-
bereik
SP18- minimale meetze-
kerheid buiten focusseer-
gebied
SP19 - tijd voor openen
van het focusseergebied
SP22 - meetwaarde-offset
82
→ Dat helpt bij het onderdrukken van meetsprongen die bij stortgoed-
toepassingen door het stortgoedtalud of de afvoertrechter bij het
vullen of legen optreden.
Deze parameter in " dB" bepaalt hoe groot het amplitudeverschil
van twee naast elkaar liggende echo's maximaal mag zijn om deze
samen te vatten.
Deze parameter in " m", die hier wordt ingevoerd, bepaalt hoe groot
de afstand tussen het eindpunt van de eerste echo en het beginpunt
van de tweede echo maximaal mag zijn om deze samen te vatten.
Bij het activeren van deze parameter wordt de eerste, niet als
stoorecho opgeslagen echo met voldoende grote amplitude als
productecho opgeslagen.
→ Dat is zinvol bij zeer grote meervoudige reflecties, bijv. van een
rond tankdak.
Deze parameter in " dB" bepaalt hoeveel kleiner de amplitude van de
effectieve echo in vergelijking met de grootste echo mag zijn om hem
als eerste grote echo en dus als productecho te evalueren
→ Tot deze waarde wordt daarmee een relatief zwak reflectiesignaal
van het medium als meetwaarde uitgestuurd.
Deze parameter bepaalt de meetvensterbreedte " m" rond de actueel
gemeten niveau-echo. Alleen binnen dit focusseergebied worden
veranderingen (locatie, amplitude, aantal echo's) voor de evaluatie
van het actuele niveau geaccepteerd.
→ Bij een verhoging van deze waarde worden zeer snelle niveauver-
anderingen, bijv. door instortende ophopingen of pulsachtig vullen/
legen ook binnen een groter bereik geaccepteerd.
De meetzekerheid is het verschil in " dB" tussen echo-amplitude en
detectiecurve. Deze parameter definieert de vereiste minimale meet-
zekerheid die een echo buiten het focusseergebied moet hebben om
als effectieve echo te worden geaccepteerd.
→ Dit is zinvol, om de meetwaarde ook bij sporadisch verlies van het
niveausignaal, bijv. bij schuimvorming, te behouden.
Als binnen het focusseergebied geen reflectie meer kan worden
waargenomen, wordt een meetvenster geopend. Deze parameter legt
de duur in " s" tot het openen vast. Dit kan bijv. bij niveauverandering
zonder verwerkbaar reflectiesignaal het geval zijn of bij een echo bui-
ten het focusseerbereik met grote effectieve echowaarschijnlijkheid.
→ Als gevolg daarvan wordt na het bereiken van deze echo met hoge
effectieve echowaarschijnlijkheid, deze als effectieve echo gebruikt
en als actueel niveau uitgestuurd.
Het referentievlak voor de meting is bij radarsensoren onderkant
flens of het afdichtvlak van het schroefdraad. De sensoren worden
af fabriek op dit referentievlak gekalibreerd. Met deze parameter
VEGAPULS 6X • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART