1. Schroef van
snelheidsbegrenzer
Achteruit
2. Schroef van
snelheidsbegrenzer
Vooruit
Maaitoerentalbegrenzer
Wanneer de maaitoerentalbegrenzer
voren is gedraaid, kunnen de maai-eenheden worden
ingeschakeld en wordt de maximale rijsnelheid
begrensd tijdens het maaien. U kunt de positie van
de afstandsstukken veranderen om de maaisnelheid
in te stellen. Draai de maaitoerentalbegrenzer naar
achteren voor maximale transportsnelheid wanneer
u met de machine van het ene werkterrein naar het
andere rijdt.
Maai-/hefhendel
Gebruik de maai-/hefhendel
maai-eenheden omhoog te brengen en neer te laten.
De hendel start en stopt ook de messenkooien
wanneer deze ingeschakeld zijn in de maaimodus.
Opmerking:
De maai-eenheden kunnen niet
worden neergelaten als de maai-/hefhendel in de
transportstand staat.
Figuur 32
3. Afstandsstukken
4. Maaitoerentalbegrenzer
(Figuur
(Figuur
33) om de
g015075
1. Maai-/hefhendel
2. Contactschakelaar
3. InfoCenter
Contactschakelaar
De contactschakelaar
,
/
32) naar
UIT
AAN
VOORGLOEIENVOORVERWARMEN
InfoCenter
Het InfoCenter lcd-scherm toont informatie zoals de
bedrijfsmodus en diverse diagnostieken en andere
informatie over de machine
Aftakasschakelaar
De aftakasschakelaar
standen: I
aftakasschakelaar naar voren om de messen van de
maai-eenheid in te schakelen. Druk de schakelaar
naar achteren om de messen van de maai-eenheid
uit te schakelen.
Toerentalschakelaar
Met de toerentalschakelaar
het toerental op 2 manieren veranderen. Door
op de schakelaar te tikken kunt u het toerental in
stappen van 100 tpm verhogen of verlagen. Druk
op de schakelaar en houd deze ingedrukt om het
motortoerental meteen naar hoog of laag stationair
te brengen, afhankelijk van welke kant van de
schakelaar u indrukt.
Schakelaar van koplampen
Druk op de schakelaar om de koplampen te ontsteken
(Figuur
33).
21
Figuur 33
4. Aftakasschakelaar
5. Toerentalschakelaar
6. Schakelaar van
koplampen
(Figuur
33) heeft 3 standen:
(Figuur
(Figuur
33) heeft 2
en U
NSCHAKELEN
ITSCHAKELEN
(Figuur
g021208
en
.
START
33).
. Druk de
33) kunt u