6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Tankhoogte/meetbereik
Door deze keuze wordt het werkgebied van de sensor aangepast op
de tankhoogte en de meetnauwkeurigheid wordt onder de verschil-
lende randvoorwaarden duidelijk verbeterd.
Onafhankelijk daarvan moet vervolgens nog de min.-inregeling wor-
den uitgevoerd.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Opgelet:
Indien in de tank een scheiding van vloeistoffen met verschillende
diëlektrische constante optreedt, bijv. door vorming van condens,
dan kan de radarsensor onder bepaalde omstandigheden alleen het
product met de hogere diëlektrische constante detecteren. Let erop,
dat scheidingslagen daardoor foutieve metingen kunnen veroorzaken.
Wanneer u de totale hoogte van de beide vloeistoffen betrouwbaar
wilt meten, neem dan contact op met onze service-afdeling of gebruik
een instrument voor scheidingslaagmeting.
Omdat de radarsensor een afstandsmeetinstrument is, wordt de
Inbedrijfname - Inregeling
afstand van de sensor tot het mediumoppervlak gemeten. Om de
eigenlijke producthoogte weer te kunnen geven, moet de gemeten
afstand aan de procentuele hoogte worden toegekend.
Voor het uitvoeren van deze inregeling wordt de afstand bij volle en
lege tank ingevoerd, zie het volgende voorbeeld:
37
VEGAPULS 64 • HART en accupack