6.
Reinig de enthalpiewisselaar indien nodig.
Ga daarvoor als volgt te werk:
•
Dompel de enthalpiewisselaar een paar keer in warm water (max. 40 °C).
•
Spoel vervolgens de enthalpiewisselaar grondig met warm leidingwater (max. 40 °C).
Gebruik in het algemeen geen agressieve reinigingsmiddelen of oplosmiddelen!
•
Plaats voor het drogen de enthalpiewisselaar derwijze dat het overblijvende water uit de openingen kan
stromen.
Instructies voor de correcte desinfectie zijn ook te vinden op de website www.core.life.
7.
Monteer na de inspectie alle onderdelen in omgekeerde volgorde.
Na het voltooien van de onderhoudswerkzaamheden, moeten alle afgescheiden luchtkanalen
opnieuw luchtdicht op de ComfoAir 70 worden aangesloten.
8.
Herstel de netvoeding.
Vervangen van de ventilatoren
Om de ventilatoren te vervangen moet de unit volledig uit de muur worden getrokken. Ga daarvoor als volgt te werk:
1.
Scheid de ComfoAir 70 van de voedingsspanning.
2.
Voer de stappen 2 en 3 volgens 3.3.1 uit.
3.
Trek de stekker van de lintkabel los van de bedieningsunit.
4.
Scheid de laagspanningskabel aan secundair zijde van de klem 24V X6 van de besturingsprintplaat. Scheid de
insteekverbinding van een eventueel aangesloten externe bedieningsunit.
5.
Trek de unit volledig uit de mantelbuis.
De ventilatoren zitten in de EPP-buis en zijn toegankelijk door de afsluitstoppen te verwijderen. Na het afkoppelen van
de kabels uit de klemmen van de printplaat kunnen de twee identieke ventilatoren uit de EPP-behuizing worden
getrokken bij gelijktijdige navoering van de aansluitkabels.
Bij vervanging van de ventilatoren dient men erop te letten dat alle aders van de kabels voor
verwijdering losgemaakt zijn en bij inbouw weer volgens het klemmenschema (zie 3.5.4) worden
aangesloten.
6.
Monteer na de inspectie alle onderdelen in omgekeerde volgorde.
Na het voltooien van de onderhoudswerkzaamheden moeten alle afgekoppelde luchtkanalen
opnieuw luchtdicht op de ComfoAir 70 worden aangesloten.
NL
29