Melding
Bevindt de regelaar zich op het tijdstip van de melding in de expertmodus en is de uitgang
voor „dominant aan (expert)" op „Hand UIT" geschakeld, dan blijft deze uitgeschakeld. Dit
geldt in principe ook voor de uitgangen bij „dominant uit (expert)" cq. bij de dominante
uitgangen „aan/uit (installateur)".
Het meldingvenster verdwijnt bij geactiveerde melding, indien „Melding verbergen" aangetipt
wordt. Daardoor wordt ook een geactiveerd waarschuwingssignaal uitgeschakeld. Zolang de
melding niet werd gewist, wordt door aantippen van de waarschuwingsdriehoek het
meldingvenster weer weergegeven.
In het meldingsvenster en in het parametermenu is het mogelijk, de melding te wissen.
Het wissen van de melding is pas mogelijk, zodra de meldingsoorzaak wegvalt.
Het waarschuwingssignaal kan in het meldingvenster of door „Melding verbergen"
uitgeschakeld worden.
Alleen meldingstype „Storing": voor het resetten van externe voorzieningen staat een eigen
uitgangsvariabele „Storing ontgrendelen" ter beschikking. Met „Storing ontgrendelen"(in
het meldingsvenster of in het parametermenu) wordt een drie seconden lange AAN-impuls
gegenereerd. Zolang de meldingsoorzaak nog bestaat kan „Storing ontgrendelen" meermals
aangetipt worden. Na het wegvallen van de storingsoorzaak is alleen nog eenmaal „Storing
ontgrendelen" mogelijk, er wordt dan tegelijkertijd ook de melding gewist.
Wordt de melding door een ingangsvariabele, in het meldingsvenster of in het
parametermenu handmatig gewist, dan wordt deze uitgangsvariabele niet geactiveerd.
In het menu „Meldingen" worden daarnaast alle geprogrammeerde meldingen weergegeven.
Dominant geschakelde uitgangen worden ook in het menu „Uitgangen" door rode
omranding weergegeven:
104