– Ander: Selecteer deze optie als u een anesthesiegas wilt gebruiken dat
– Geen: de flowmeetwaarden worden niet gecorrigeerd.
De volgende stap 3 is alleen van toepassing op hoofdapparaten met een
mechanisch geregelde gasmixer met flowbuizen:
3. Selecteer het draaggas dat moet worden gebruikt (5):
– Auto: de flowmeetwaarden worden automatisch gecorrigeerd voor het door
– Air: de flowmeetwaarden worden gecorrigeerd voor Air.
– N
8.3.5
De beademingsmodus wijzigen
1. Tik in de therapiebalk op het tabblad (1) van de nieuwe beademingsmodus.
Als de beademingsmodus gewijzigd wordt, worden de beademingsinstellingen
overgenomen van de vorige beademingsmodus of ze worden logisch afgeleid.
Daarnaast worden de alarminstellingen aan redelijke waarden aangepast, zie
pagina 196.
2. Pas de beademingsmodus aan met de therapie-instellingen (3) of de
toetsen (2).
3. Activeer de beademingsmodus door de draaiknop in te drukken. Een signaal
wordt afgegeven als de modus wordt gewijzigd.
|
Gebruiksaanwijzing
anders is dan Desfluraan of Sevofluraan. De flowmeetwaarden worden niet
gecorrigeerd.
de anesthesiegasbewaking gedetecteerde draaggas. Als er geen draaggas
wordt gedetecteerd of als de gegevensverbinding met de
anesthesiegasbewaking wordt onderbroken, wordt de flowcorrectie
uitgevoerd voor Air.
O: de flowmeetwaarden worden gecorrigeerd voor lachgas.
2
1
3
Atlan A100 (XL), A300 (XL), A350 (XL) SW 2.1n
2
Bediening
151