1
Druk in de stand A op de knop
3
voor Snelinstelling.
De stand 9 wordt geactiveerd.
Druk nogmaals op de knop
Snelinstelling om terug te gaan naar de
stand die actief was voordat 9 werd
geselecteerd.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie
Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader
(p.76).
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• De stand 9 is alleen beschikbaar wanneer u deze toewijst aan de
knop Snelinstelling bij [Snelinstelling] in het menu [A Opnemen]
(p.125). Standaard is de stand 9 toegewezen aan de knop
Snelinstelling.
• In de stand 9 kunt u de informatie op het scherm niet wijzigen door
op de knop 4/W te drukken.
• Als u op de knop 3 drukt in de stand 9, wordt het menu [W
Instelling] weergegeven. Het menu [A Opnemen] kan niet worden
weergegeven.
• Als de camera wordt uitgeschakeld in de stand 9, is 9 weer actief
wanneer de camera opnieuw wordt ingeschakeld.
82
Ontspanknop
Knop Snelinstelling
38 38 38