Werking van het
diagnoselampje
De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat aangeeft
dat het elektronische besturingssysteem een elektrische
storing registreert. Het diagnoselampje bevindt zich op de
bedieningsarm
(Figuur
44). Als de machine naar behoren
werkt en u het contactsleuteltje naar de stand A
draait, zal het diagnoselampje kort branden om te tonen
dat het werkt. Als een machinestoring wordt weergegeven,
gaat het lampje branden als er een mededeling is. Als een
foutmelding wordt weergegeven, knippert het lampje tot de
storing is opgelost..
1
Figuur 44
1. Diagnoselampje
Figuur 43
Tabel met toerentallen voor messenkooien van 178 mm
/
AN
LOPEN
g021272
De interlockschakelaars
controleren
De interlockschakelaars zijn bedoeld om aanslaan of starten
van de motor alleen mogelijk te maken als het tractiepedaal in
de
is, de activerings-/blokkeringsschakelaar
NEUTRAALSTAND
op B
is gezet en de maai-/hefhendel in de
LOKKEREN
staat. Daarnaast wordt de motor
NEUTRAALSTAND
uitgeschakeld als het tractiepedaal wordt ingetrapt terwijl de
bestuurder niet op de stoel zit of de parkeerrem in werking
is gesteld.
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Controle of de interlockschakelaars
functioneren
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem
in werking.
2. Draai het contactsleuteltje op A
motor niet.
3. Zoek de juiste schakelaarfunctie in het diagnostisch
systeem van het InfoCenter.
37
, maar start de
AN