Extra printer instellen
5
Duw de geheugenkaart in de connector totdat deze vastklikt.
Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren
De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts
één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of
geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de
printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt
aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk
beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de
elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
1
Open het toegangspaneel van de systeemkaart.
Zie
"Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer" op pagina 27
Opmerkingen:
•
Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
•
Zorg dat u de ventilatorkabel niet losmaakt als u de metalen paneel opent.
2
Pak de kaart uit.
Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
voor meer informatie.
31