Inhoudsopgave
Advertenties
4 BEDIENING VAN DE GENERATOR
4.1
algemeen
De GENVERTER is operationeel na volledige installatie en na het
vullen met brandstof, smeerolie voor de motor en koelvloeistof,
het aansluiten van de accu en het aansluiten van het digitale
afstandsbedieningspaneel.
4.2
instelbare toerental
Bij de inbedrijfstelling wordt het motortoerental ingesteld om te
voldoen aan de vermogensvereisten van de installatie.
4.3
bediening instructie
4.3.1
Dagelijkse controle van het oliepeil
Zorg ervoor dat het oliepeil tussen de bovenste en onderste
grens van het oliepeilglas ligt. Te veel olie kan leiden tot een
daling van het vermogen of overmatige blow-by gas, terwijl te
weinig olie de draaiende en schuivende delen van de motor kan
blokkeren.
Procedure:
Controleer het motoroliepeil voor het starten of meer dan 5
minuten na het stoppen van de motor. Verwijder de oliepeilstok,
veeg hem schoon en breng hem weer aan. Neem de peilstok er
weer uit, controleer de oliepeilmeter en steek de peilstok er
weer in.
Figure 9: Oil dipstick (similar on all models)
1 Als het oliepeil te laag is, verwijdert u de olievulplug en voegt
u nieuwe olie toe tot het voorgeschreven peil.
2 Laat na het toevoegen van olie de olie tot in het oliecarter
zakken voordat u het oliepeil opnieuw controleert.
4.3.2
Samengevatte gebruiksaanwijzing (dagelijks gebruik)
Routinecontroles voor het starten:
Controleer het oliepeil en het koelvloeistofpeil.
Voor systemen met PMG: keuzeschakelaar stroombron
(uit/walstroom/generatorstroom) in "uit"-stand, of schakel alle
verbruikers op de gebruikelijke manier uit. Als er een
fluisterschakelaar
of
een
Elite GV/2, GV/3, GV/3+, GV 8, GV 10 and GV 15 — Maart 2024 — NL
omschakelaar
van
het
omschakelsysteem
is
automatisch.Switch on battery switch (if installed).
Brandstofklep: open.
Starten:
Druk op de startknop en houd deze een seconde ingedrukt om
de volautomatische startprocedure te starten.
Controles tijdens bedrijf:Controleer op abnormale geluiden of
trillingen
Controleer de uitvoerparameters op het display van de
afstandsbediening
Voor systemen met PMG: zet de keuzeschakelaar voor
stroombronnen in de stand "generator". Als er een
fluisterschakelaar of een schakelaar voor het omschakelsysteem
is geïnstalleerd, werkt deze automatisch.
Laat het stroomaggregaat warmdraaien voordat u het maximaal
belast. De continue belasting moet beperkt blijven tot 70% van
de maximale belasting.
Stoppen van de GENVERTER:
Als de GENVERTER langere tijd onder volle belasting heeft
gedraaid, schakel hem dan niet abrupt uit. Verminder de
elektrische belasting tot ongeveer 30% van de nominale
belasting en laat hem ongeveer 5 minuten draaien.
Druk op de STOP-knop.
Schakel over op een andere AC-stroombron, indien beschikbaar.
4.3.3
Uitgebreide gebruiksaanwijzing
Controleer dit bij de eerste keer starten of na een langere
periode van rust:
1 Als er schade is ontstaan door transport of installatie.
2 Controleer of de installatie overeenkomt met de installatie-
instructies.
3 Controleer of de motor ongehinderd kan draaien.
4 Controleer alle slangen en slangverbindingen op lekkage.
5 Controleer alle kabels en aansluitingen
Routine "pre-start" checks:
1 Controleer het motoroliepeil. De GENVERTER schakelt uit bij
onvoldoende oliedruk. Zelfs als het oliepeil te laag is, kan de
oliedruk hoog genoeg zijn om geen alarm te activeren. Laat de
motor niet draaien met olie onder de laagste markering, want
een kleinere hoeveelheid olie raakt aanzienlijk sneller vervuild
dan een grotere hoeveelheid. Bovendien kan een laag peil de
koeling beïnvloeden. Daarom raden wij aan de olie dagelijks te
controleren. Controleer het oliepeil voordat de motor wordt
gestart of ten minste 5 minuten nadat de motor is gestopt.
2 Controleer op lekkages.
3 Schakel alle apparaten uit.
OPERATION
geïnstalleerd,
werkt
deze
15
Advertenties
Inhoudsopgave
