Inhoudsopgave
Advertenties
MAINTENANCE
tijd nodig is om te ontluchten, houdt u de knop "Start/Stop" op
het lokale bedieningspaneel (dus niet op het externe paneel)
ingedrukt. Als u de knop ingedrukt houdt, werkt de pomp, maar
start het apparaat niet. Houd de knop zo lang ingedrukt als nodig
is om het systeem te ontluchten.
5.4
REGELMATIG ONDERHOUD
5.4.1
Algemene voorzorgsmaatregelen
Al het reguliere onderhoud kan worden uitgevoerd wanneer de
kast open is. Wanneer olie en vuil zich in de kast hebben
verzameld, moeten maatregelen worden genomen om te
voorkomen dat olie wordt gemorst.
CAUTION!
Risico op persoonlijk letsel, brand en/of
elektrische schokken
- Voer dagelijkse controles, periodiek onderhoud, tanken of
schoonmaken uit op een vlakke ondergrond terwijl de motor is
uitgeschakeld en de zekering van het besturingssysteem is
verwijderd.
- Raak de uitlaatdemper of uitlaatpijpen niet aan als deze heet
zijn; dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.
- Laat de motor voldoende afkoelen, vooral voordat u de olie of
het oliefilterpatroon vervangt. Olie kan heet zijn en
brandwonden veroorzaken.
- Contact met motorolie kan uw huid beschadigen. Trek
handschoenen aan wanneer u motorolie gebruikt. Als u in
contact komt met motorolie, moet u deze onmiddellijk
afspoelen.
- Wanneer u motorolie ververst, moet u deze volgens de
plaatselijke voorschriften afvoeren.
- Gebruik voor het reinigen van onderdelen geen benzine, maar
een normaal schoonmaakmiddel.
- Gebruik altijd goed gereedschap dat in goede staat verkeert.
Zorg ervoor dat u weet hoe u ze moet gebruiken voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
- Zorg ervoor dat u alle bouten vastdraait, anders kunnen ze
losraken. Draai de bouten aan met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
- Plaats geen gereedschap op de accu, anders kunnen de
accupolen kortsluiten. Ernstige brandwonden of brand kunnen
het gevolg zijn. Maak de accu los van de motor voordat u
onderhoud uitvoert.
5.4.2
Onderhoud na indraaien 50hr
Ververs de motorolie en vervang het oliefilter (zie 5.4.3).
- Controleer de moeren, bouten en schroefverbindingen en draai
ze vast, let daarbij vooral op het brandstofsysteem en gebruik de
aanhaalmomententtabel hieronder.
Standard torque chart
Size
M6x1.0
Nm*
10.8+1.0
18
M8x1.25
M10x1.5
25.5+2.9
49.0+4.9
* Apply 80% torque when tightening bolts to
aluminium alloy.
Observeer de uitlaat bij normale volle belasting. De uitlaat moet
roetvrij zijn. Laat de motor niet draaien met een vuile uitlaat
zonder de oorzaak te onderzoeken. Bij het opvoeren van het
toerental zal de motor waarschijnlijk wat rook produceren. Na
stabilisatie op het juiste toerental voor de belasting moet de
uitlaat roetvrij zijn. Controleer de elektrische aansluitingen
5.4.3
Motorolie en oliefilterpatroon vervangen
1 Laat de motor draaien tot deze op temperatuur is, stop de
motor en laat deze voldoende afkoelen om veilig te kunnen
werken.
2 Tap de olie af via de opening van de peilstok met behulp van
een vacuümpomp zoals gebruikelijk in garages.
3 Leg wat tissues onder het oliefilterpatroon.
4 Verwijder het oude patroon met een filtersleutel.
5 Breng een laagje olie aan op de pakking voor het nieuwe
patroon.
6 Schroef het filterpatroon er met de hand in. Wanneer de
pakking het afdichtingsoppervlak raakt, draait u het patroon met
de hand niet te stevig vast.
7 Verwijder de olievuldop bovenop de motor en vul de motor
opnieuw met olie (zie 3.1.11 voor specificaties en hoeveelheid).
Laat de olie tot in de oliepan lopen en controleer het oliepeil.
8 Het oliepeil moet zo dicht mogelijk bij het maximumpeil liggen.
Voeg indien nodig olie toe (of laat olie weglopen).
OPMERKING: Als de GENVERTER minder dan 200 uur per jaar
draait, moet de olie jaarlijks worden ververst.
De batterij controleren
C Controleer de accupolen op corrosie
- Controleer het zuurniveau van de accu (niet van toepassing bij
verzegelde accu's).
5.4.5
De V-riemspanning aanpassen
Controleer de riem op verglazing, scheuren of droogte voordat u
de riemspanning aanpast. Een versleten of beschadigde riem
moet worden vervangen.
1 Oefen een gematigde duimdruk uit op de riem tussen de
riemschijven. Wanneer de riem in het midden van de spanwijdte
wordt ingedrukt, moet de doorbuiging tussen 7 mm en 9 mm
liggen.
2 Als de spanning niet juist is, draai dan de bevestigingsbouten
van de dynamo los en trek met een hefboom die tussen de
dynamo en het motorblok is geplaatst de dynamo naar buiten
totdat de doorbuiging van de riem binnen aanvaardbare grenzen
valt.
Elite GV/2, GV/3, GV/3+, GV 8, GV 10 and GV 15 — maart 2024 — NL
Advertenties
Inhoudsopgave
