MEP S.p.A.
Instructiehandboek SHARK 282
3- -4
De bediener moet onveilige of onvoorziene handelingen voor de in gang
zijnde bewerking voorkomen (bv. het verwijderen van spanen terwijl de
machine zaagt).
Het zaaggebied vrijmaken van gereedschappen, werktuigen of andere
voorwerpen; de werkzone zo goed mogelijk schoonhouden.
Alvorens met zagen te beginnen, zich ervan verzekeren dat het werkstuk
stevig vastgeklemd is in de materiaalklem en dat de machine correct
ingesteld is. Hier volgen voorbeelden van correcte klemming van de
diverse profielen op de zaagmachines van onze productie.
De machine niet gebruiken voor het zagen van werkstukken die de in de
technische gegevens vermelde capaciteit te boven gaan.
De machine niet verplaatsen terwijl deze aan het zagen is.
Gebruik geen zaagbladen met andere afmetingen dan degene die zijn
aangegeven in de kenmerken van de machine.
Bij het snijden van zeer korte werkstukken, erop letten dat deze niet
worden meegesleept achter de randlijst, met het gevaar dat de zaagband
vast komt te zitten.
Wanneer men de pneumatische klem gebruikt (versie MA) in
automatisch bedrijf, controleren of deze ook daadwerkelijk het werkstuk
vastklemt, aangezien zijn slag slechts 8 mm lang is, en of de klemdruk
correct is.
Wanneer men de zaagmachine bedient, de handschoenen alleen dragen
tijdens het manoeuvreren van het materiaal en het instellen of vervangen
van de zaagband. Eén enkele handeling per keer uitvoeren en geen
verschillende voorwerpen tegelijkertijd in de handen houden. Houd de
handen zo schoon mogelijk.
Let op: als de zaagband vastloopt in de snede, onmiddellijk op de
noodstopknop drukken. Wanneer het zaagblad niet vrijkomt, de klem
lang zaam openen, het werkstuk verwijderen en controleren of het
zaagblad of de tanden kapot zijn; in dat geval het zaagblad vervangen.
14