Een aangepast papierformaat registreren
U kunt maximaal drie aangepaste papierformaten opslaan die u regelmatig gebruikt.
1
Druk op
(Papier/instellingen selecteren).
Als het onderstaande scherm <Papier selecteren> wordt weergegeven, drukt u op
Druk vervolgens op
2
Selecteer <Gebruikerspapier registreren> en druk op
3
Selecteer <Niet gereg.> en druk op
Als de papierformaten <1> tot en met <3> al zijn ingesteld, kunt u een instelling wijzigen of verwijderen om door te gaan. De
procedures hiervoor worden hierna beschreven.
Een instelling wijzigen
1
Selecteer het opgeslagen formaat dat u wilt wijzigen en druk op
2
Selecteer <Bewerken>, druk op
Een instelling verwijderen
1
Selecteer het opgeslagen formaat dat u wilt verwijderen en druk op
2
Selecteer <Verwijderen> en druk op
3
Selecteer <Ja> en druk op
.
.
en ga verder met stap 4.
.
.
/
om <Papierinstellingen> te selecteren.
.
.
.
0CSC-01U