tractie-eenheid. Pas de zwaaikoppelingen aan om
de beluchter te centreren.
Belangrijk:
De aftakas moet zo recht mogelijk op
de aftakas van de tractie-eenheid zijn aangesloten.
1.
Pas de zwaaikoppelingen op de onderste
hefarmen aan om de zwaairuimte opzij te
minimaliseren tot maximaal 25 mm aan beide
zijden
(Figuur
28).
Figuur 28
1. Zwaaikoppeling
2.
Pas de onderste koppelingen naar binnen
toe aan tot deze contact maken met de
montageplaten van de beluchter; raadpleeg de
gebruikershandleiding van de tractie-eenheid
voor bijkomende montage- en afstelprocedures.
Opmerking:
Hierdoor wordt de spanning op
de pennen verminderd.
3.
Als de tractie-eenheid zwaaikettingen heeft in
plaats van zwaaikoppelingen, moet u ringen
monteren tussen de onderste verbindingsarm
en de lynchpen om de overhangende lading op
de hefpennen te verminderen.
12
De beluchter horizontaal
stellen in de breedterichting
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Waterpas (niet meegeleverd)
Procedure
1.
Parkeer de tractie-eenheid en de beluchter op
een stevig, horizontaal oppervlak.
2.
Plaats een waterpas bovenop het frame van de
beluchter om te controleren of deze waterpas
staat
(Figuur
g007333
1. Waterpas
3.
Draai aan de instelknop (indien uw machine
hiermee uitgerust) om de arm van de koppeling
omhoog of omlaag te brengen tot de beluchter
in de breedterichting waterpas staat.
Opmerking:
ding van de tractie-eenheid voor informatie over
aanvullende afstelprocedures.
18
29).
Figuur 29
Raadpleeg de gebruikershandlei-
g010854