1.
Verwijder de 2 bouten en moeren waarmee de
beugels van de treeplank zijn bevestigd aan het
frame van de tractie-eenheid
1. Treeplank
2.
Zet de treeplank op de gewenste hoogte en zet
de beugels weer vast aan het frame met de 2
bouten en moeren.
3.
Herhaal deze procedure bij de andere treeplank.
3
De stand van de
bedieningsstang instellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
De stand van de bedieningsarm kan worden
aangepast aan de wensen van de gebruiker.
1.
Draai de 2 bouten los waarmee de
bedieningsarm is vastgezet aan de
bevestigingsbeugel
(Figuur
2).
Figuur 2
2. Beugels van treeplank
(Figuur
3).
g003959
1. Bedieningsarm
2. Bevestigingsbeugels
2.
Draai de bedieningsarm in de gewenste positie
en zet de 2 bouten weer vast.
4
De transportblokken en
-pennen verwijderen
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
Verwijder de transportblokken uit de maaidekken
en werp de blokken weg.
2.
Verwijder de transportpennen uit de armen van
de maaidekken en werp de pennen weg.
Opmerking:
de maaidekken tijdens het transport en moeten
worden verwijderd voor de machine in gebruik
wordt genomen.
13
Figuur 3
3. Bouten (2)
De transportpennen stabiliseren
g004152