1. Expansietank
3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, moet u bijvullen
met een oplossing die half uit water, half uit
ethyleenglycol-antivries bestaat. Gebruik geen
koelvloeistoffen op basis van alcohol/methanol
of alleen water.
4. Plaats de doppen van de radiateur en de expansietank
terug.
Brandstof bijvullen
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof of
biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag (<15 ppm)
zwavelgehalte. Het cetaangetal moet minimaal 40 zijn. Koop
brandstof in hoeveelheden die binnen 180 dagen kunnen
worden gebruikt zodat u altijd verse brandstof heeft.
Inhoud brandstoftank:79 l.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen
boven -7 °C en winterdieselbrandstof (nr. 1-D of
nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen beneden -7 °C.
Gebruik van winterdieselbrandstof bij lage temperaturen biedt
een lager vlampunt en een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt
het starten en vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen boven
-7 °C zal bijdragen aan een langere levensduur van de pomp
dan bij gebruik van winterdieselbrandstof.
Belangrijk: Gebruik geen kerosine of benzine in plaats
van dieselbrandstof. Als u deze waarschuwing niet in
acht neemt, kan dit leiden tot beschadiging van de
motor.
Figuur 9
WAARSCHUWING
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot
ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van een vulpijp
en de opening van een tank of een blik met
conditioner.
• Houd brandstof uit de buurt van ogen en huid.
Geschikt voor biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een dieselmengsel
tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80% petrodiesel). Het deel
petrodiesel moet een laag of ultralaag zwavelgehalte hebben.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
•
Het deel biodiesel van de brandstof moet voldoen aan de
specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
•
Het dieselmengsel moet voldoen aan ASTM D975 of
EN 590.
•
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd door
biodiesel.
•
Gebruik bij koud weer B5 (biodieselinhoud 5%) of
mengsels met een lager percentage.
•
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die in
contact met brandstof komen, omdat zij in de loop der
tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
•
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van
tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een
biodieselmengsel.
•
Neem contact op met uw leverancier als u informatie
over biodiesel wenst.
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Eventueel gemorste brandstof
opnemen.
• Vul de brandstoftank nooit als de machine op
een aanhanger in een afgesloten ruimte staat.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen
of vonken.
• Brandstof in een goedgekeurd vat of blik en
buiten bereik van kinderen bewaren. Koop nooit
meer benzine dan u in 30 dagen kunt opmaken.
• Gebruik de machine uitsluitend als het complete
uitlaatsysteem is gemonteerd en naar behoren
werkt.
25