9 Meting
9.2 Meetinstellingen
Al naar gelang de gekozen brongrootte kan de output meetwaarden, statuswaarden of eventwaarden zijn.
Tab. 9.2:
Uitvoer van de meetwaarden, statuswaarden of eventwaarden
brongrootte
meetgrootheden
Doorstromingsgrooth.
Totalizers
Mediumeigenschap
Overige
(Geb.-ged. ing. 1...4)
Geluidssnelh.
Impuls
Diagnosewaarden
(behalve PIG herkenning)
events
Diagnosewaarden \
PIG herkenning
Event trigger
9.2.6.1
Output van de meetwaarde
Brongrootte
Waarden
Uitvoerbereik
Foutenoutput
Meetbereik
Info uitgang
Signaal testen
Meetb. testen
zie bijvoegsel A
Het outputbereik moet > 10 % bedragen van de max. outputwaarde (Uitvoer MAX). Er verschijnt een foutmelding als het
outputbereik kleiner is. De dichtstbij liggende waarde verschijnt in beeld.
Foutenoutput
Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\Foutenoutput
Er wordt een foutwaarde vastgelegd die als output verschijnt als de brongrootte niet gemeten kan worden.
• Kies een lijstnotering voor de foutenoutput.
• Druk op ENTER.
• Als u Andere waarde kiest, voert u een foutwaarde in. Deze waarde moet binnen het outputbereik liggen.
• Druk op ENTER.
106
meetwaarde
waarde
status
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
• Kies de lijstnotering
Opties\Uitgangen\...\Waarden.
• Druk op ENTER.
Outputbereik
Opties\Kanaal A\Uitgangen\...\
Uitvoerbereik
• Kies een lijstnotering.
– 4...20 mA
– Ander bereik
• Druk op ENTER.
Als u Ander bereik kiest, voert u de waarden Uitvoer
MIN en Uitvoer MAX in.
FLUXUS F72*
eventwaarde
x
x
2021-09-01, UMFLUXUS_F72xV2-0NL