384
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes
Displaymeldingen
Ð
Storing besturing Direct
stoppen Zie handleiding
Om te starten: selecteer
P of N
Voor inschakelen van
schakelstand R eerst
rem bedienen
Airconditioning Storing
Zie handleiding
Backup accu Storing
Achteruit rijden niet
mogelijk: Werkplaats
opzoeken
Transmissiestoring: Stop-
pen
d
Voertuig is gereed Voor
het verlaten contact uit-
schakelen
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en
* De stuurinrichting vertoont storingen. De mogelijkheid tot sturen is
aanzienlijk beperkt.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij beperkte
bestuurbaarheid
Wanneer de stuurinrichting niet meer zoals bedoeld functio‐
neert, is de bedrijfsveiligheid van de auto in gevaar.
Direct op een veilige plaats stoppen. Niet verder rijden!
#
Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
#
Stop zodra het verkeer dat toelaat. Rijd niet verder!
#
Neem contact op met een gekwalificeerde autowerkplaats.
#
* U hebt geprobeerd de motor in de transmissiestand h of k te
starten.
De transmissie in de stand j of i zetten.
#
* U hebt geprobeerd om vanuit de stand h of i de transmissie‐
stand k in te schakelen.
Het rempedaal indrukken.
#
De transmissie in de stand k zetten.
#
* De klimaatregelinstallatie functioneert tijdelijk maar in beperkte
mate. De hoeveelheid lucht en de toevoer van verse lucht worden
automatisch geregeld.
Laat het klimaatregelsysteem in een gekwalificeerde autowerk‐
#
plaats inspecteren.
* De noodaccu voor de voeding van de transmissie wordt niet meer
bijgeladen.
Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.
#
Breng daarom de kruk van de automatische transmissie in de
#
standj voordat u de motor uitschakelt.
Leg de parkeerrem aan vooruit u het voertuig verlaat.
#
* De automatische transmissie vertoont een storing. U kunt de trans‐
missiestand 'Achteruit' niet meer activeren.
Ga naar een gekwalificeerde autowerkplaats.
#
* De transmissie vertoont een storing. De transmissie wordt automa‐
tisch in de stand i geschakeld.
Direct op een veilige plaats stoppen.
#
De transmissie in de stand j zetten.
#
Contact opnemen met een gekwalificeerde werkplaats.
#
* U wilt het voertuig in rijklare toestand verlaten.
Wanneer het voertuig wordt verlaten, het contact uitschakelen
#
en de sleutel meenemen.
Wanneer het voertuig niet wordt verlaten, de elektrische verbrui‐
#
kers, bijvoorbeeld de stoelverwarming, uitschakelen. Anders kan
de 12V‑accu ontladen en kan het voertuig alleen met behulp van
een externe accu (starthulp) worden gestart.
oplossingen
M