Inhoudsopgave
Advertenties
4.3
FUNDERINGSEIS
De bandenwisselaar dient te worden geïnstalleerd op een geëgaliseerde betonvloer van minimaal 20 cm
dik met een minimale betonkwaliteit van B25 volgens DIN 1045 eisen (funderingen).
Zie voor uw referentie de tekeningen en de onderstaande tabel.
Indien een vloer van dit type niet ter plaatse beschikbaar is, zijn bevestigingspunten van de
gespecificeerde betonkwaliteit acceptabel.
Het oppervlak waarop de bandenwisselaar moet worden geïnstalleerd, moet in alle richtingen
vlak en goed waterpas zijn.
Helling tot 0,25% ten opzichte van de horizontaal kan worden gecompenseerd met behulp van
geschikte shims, wiggen of iets dergelijks.
Bij het werken met wielen, waarvan het gewicht hoger is dan 1000kg, is het
noodzakelijk om de bandenwisselaar door middel van goede ankerbouten aan de
vloer te bevestigen.
Ben via een hamerboor D.16, boor tenminste 130 mm in
de vloer die door de gaten op het basisframe.
Als er een extra vloerbedekking (B) is, of als er shims of
wiggen nodig zijn voor het egaliseren (C), moeten
langere bouten worden gebruikt.
Plaats een ankerbout in elk gat.
Zorg ervoor dat de ankerbouten minimaal 125 mm in de
betonplaat steken, zoals aangegeven op de tekeningen.
Advertenties
Inhoudsopgave
