AUTOMATISCHE VERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
A
Het lampje van de bediening A signaleert de volgende 3 situaties:
•
Het knippert als de auto vergrendeld is terwijl deze stilstaat en de motor is afgezet.
•
Het brandt constant als de auto vergrendeld is en zodra het contact wordt aangezet.
•
Het is gedoofd indien de opengaande delen niet vergrendeld zijn.
Let op: als de auto met behulp van de afstandsbediening of met de sleutel vergrendeld is,
werkt de schakelaar A niet meer.
Antidiefstalbeveiliging
In alle gevallen zal de achterklep automatisch worden vergrendeld zodra de auto harder dan
10 km/uur rijdt. De achterklep wordt weer ontgrendeld wanneer een portier wordt geopend of
wanneer u de interieurvergrendelingstoets bedient.
Antidiefstalbeveiliging
Nadat u de motor heeft gestart, worden de portieren en achterklep automatisch vergrendeld
zodra de auto harder rijdt dan 10 km/uur.
Let op: als een portier geopend wordt, wordt dit weer automatisch vergrendeld zodra de auto
harder rijdt dan 10 km/uur.
Activeren / uitschakelen van de functie
Druk na aanzetten van het contact de toets voor de centrale ontgrendeling in tot er een melding
verschijnt.
C2-2006-01-ENG.indd Sec1:67
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:67
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:67
C2-2006-01-ENG.indd Sec1:67
OPENEN EN SLUITEN
Vergrendelen van binnenuit
Als alle portieren goed gesloten zijn, kunt
u met behulp van de schakelaar A de auto
centraal vergrendelen en ontgrendelen.
Het openen van de portieren van binnenuit
blijft altijd mogelijk.
Als een van de portieren of de achterklep
open staat of niet goed dicht zit, vindt de
centrale vergrendeling niet plaats.
B
Handmatig bedienen (In noodsitu-
aties)
In geval van een storing is het mogelijk de
portieren van de auto handmatig te ver-
grendelen door middel van de bediening B
op de afzonderlijke portieren.
Steek bij geopend portier het uiteinde van
een puntig voorwerp - bijvoorbeeld de auto-
sleutel - in de sleuf en draai het rond.
Sluit vervolgens het portier.
Na de ingreep moet het systeem weer nor-
maal werken : via de ontgrendelknop A,
de afstandsbediening of de sleutel in het
bestuurdersportier.
Vergeet niet dat het rijden
met vergrendelde portieren
een belemmering kan vormen
wanneer de inzittenden door
derden uit de auto gered
moeten worden.
III
67
25/04/2006 11:17:21
25/04/2006 11:17:21
24/03/2006 17:13:40
24/03/2006 17:13:40