III
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOOR KINDEREN
80
Kinderzitjes die met de autogordel
worden vastgezet
De volgende tabel geeft per zitplaats in de
auto en per gewichtsklasse aan op welke
wijze goedgekeurde, universele kinderzitjes
met behulp van de autogordel mogen wor-
den bevestigd, conform de richtlijn 2000/3.
Raadpleeg het gedeelte "Gebruiksvoor-
zorgen", hoofdstuk "Veiligheid van kin-
deren" achterin het boekje, om uw kind
op de veiligste wijze te vervoeren.
C2-2006-01-ENG.indd Sec1:80
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:80
C2-2006-01-ENG.indd Sec1:80
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:80
Plaats(en)
Voorin (a)
Stoel
zonder
hoogteverstelling
Verhoogde stoel
Achterpassagier
VERKLARING
U: zitplaats voor het met de rug of het gezicht in de rijrichting plaatsen van een goedgekeurd, universeel kinderzitje.
U(R): zitplaats voor het met de rug of het gezicht in de rijrichting plaatsen van een kinderzitje. De autostoel moet dan in de hoogste
stand staan.
(a): indien u op de passagiersstoel voorin een kinderzitje plaatst met de rugleuning in de rijrichting, dan moet u de frontairbag aan
passagierszijde uitgeschakelen, daar het kind anders ernstig gewond of gedood kan worden, als de airbag afgaat. Houd u aan de
wettelijke voorschriften ten aanzien van het vervoeren van kinderen voorin, zoals die gelden in het land waar u zich bevindt.
(1): u kunt de ISOFIX-verankeringspunten alleen gebruiken voor het bevestigen van een goedgekeurd ISOFIX-kinderzitje.
Houd u altijd stipt aan de montagevoorschriften van de fabrikant van het
kinderzitje.
Gewicht van het kind
<10 kg en <13 kg
9 - 18 kg
15 - 25 kg
(categorieën 0 en
( c a t e g o r i e
( c a t e g o r i e
0+)
1)
2)
U
U
U(R)
U(R)
U
U
22 - 36 kg
( c a t e g o r i e
3)
U
U
U(R)
U(R)
U
U
25/04/2006 11:17:22
25/04/2006 11:17:22
24/03/2006 17:13:59
24/03/2006 17:13:59