5
Bediening
Verlichting
Waarschuwingsknipperlichten in- en
uitschakelen
– Druk de tuimelschakelaar (2) omlaag.
De waarschuwingsknipperlichten zijn inge-
schakeld
– Druk de tuimelschakelaar omhoog.
De waarschuwingsknipperlichten zijn uitge-
schakeld
Zwaailamp in- en uitschakelen
– Druk de tuimelschakelaar (1) omlaag.
De zwaailamp wordt ingeschakeld.
– Druk de tuimelschakelaar omhoog.
De zwaailamp wordt uitgeschakeld.
OPMERKING
De hier afgebeelde overige schakelaars zijn
slechts voorbeelden en kunnen verschillen
van de uitrusting op uw machine.
98
127 807 02 09 [NL]