Toebehoren
Voor maximale pompprestaties moet u ervoor zorgen
dat alle toebehoren de juiste afmetingen hebben om
aan uw systeemvereisten te voldoen.
Luchtleiding
Installeer de volgende toebehoren in de volgorde
aangegeven in Typische installatie met smering,
pagina 9, eventueel met adapters:
•
Zelfontlastend hoofdluchtventiel (AD): dit moet
in het systeem aanwezig zijn om de lucht te
ontlasten die tussen het ventiel en de luchtmotor
achterblijft wanneer het ventiel wordt gesloten.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de luchtventielen
gemakkelijk bereikbaar zijn vanaf de pomp en dat
ze in het circuit achter de luchtregelaar zitten.
•
Luchtleidingsmering (AB): zorgt voor
automatische smering van de luchtmotor.
•
Luchtleidingfilter (AC): verwijdert schadelijk
stof en vocht uit de aangevoerde perslucht.
•
Tweede zelfontlastend luchtventiel (AD):
isoleert de toebehoren van de luchtleiding
voor service. Plaats deze vóór alle andere
accessoires in de luchtleiding.
Vloeistofleiding
•
Vloeistofafvoerventiel (AE): is vereist in uw
systeem om de vloeistofdruk in de slang en het
pistool of doseerventiel te ontlasten. Installeer het
afvoerventiel zo dat deze naar beneden wijst en
dat de handgreep naar boven wijst wanneer de
klep is geopend.
3A6733P
Apparatuur spoelen voor gebruik
De apparatuur is getest met lichte olie, die in de
vloeistofdoorgangen is achtergebleven om de
onderdelen te beschermen. Voorkom dat de vloeistof
met olie wordt vervuild door de apparatuur voor het
eerste gebruik met een geschikt oplosmiddel te
spoelen. Zie De apparatuur spoelen, pagina 14.
Installatie
11