Hot spare
U kunt een reserverecorder instellen die als slave-unit (hot spare) fungeert voor maximaal vier
hoofdrecorders. Deze slave-unit blijft de opnames van de hoofdrecorder controleren en zodra
een van de hoofdrecorders uitvalt, neemt de slave-unit de opname over totdat de uitgevallen
recorder weer online is. Zodra de uitgevallen recorder weer normaal werkt, stuurt de
slaverecorder de opnames naar de HDD's van de herstelde hoofdrecorder, zodat er geen
opnames ontbreken.
De hot spare-recorder kan alleen back-ups maken van één hoofdrecorder tegelijk. Als er meer
dan een recorder uitvalt, maakt de hot spare-recorder alleen back-ups van de recorder die als
eerste is uitgevallen.
Alle recorders moeten over hetzelfde aantal kanalen beschikken.
Zodra de uitgevallen hoofdrecorder weer online is, keert de slave-unit terug naar de normale
controlestatus.
Opmerking: wanneer de hot-spare recorder de camera's van een andere recorder opneemt,
neemt deze de camera's continu op. De hot spare-recorder houdt dus geen rekening met
eventuele gebeurtenisinstellingen zoals beweging en VCA.
Om de overnamefunctionaliteit correct te laten werken, moet met de volgende punten rekening
worden gehouden:
Er is een stabiele netwerkverbinding vereist.
Er moet minimaal 10 Mbps niet-toegewezen bandbreedte bij de hoofdrecorder beschikbaar
zijn.
Deze niet-toegewezen bandbreedte wordt gebruikt om de videobeelden tijdens het
herstelproces van de spare-unit naar de master-unit te streamen.
In het ideale geval moet de overnamerecorder net zoveel opslagcapaciteit hebben als de
hoofdrecorder om lange uitvalperioden van de hoofdrecorder het hoofd te kunnen bieden.
U stelt als volgt een hot spare-recorder in:
1. Klik in de menuwerkbalk op
2. Stel eerst de master-recorders in.
Selecteer voor elke master-recorder de knop
Voer het IP-adres en het wachtwoord van de hot spare-recorder in.
TruVision NVR 71 Gebruikershandleiding
Configuratie
>
Config op afstand
Norm modus
Hoofdstuk 12: Opnemen
>
Opnemen
>
Hot
en het selectievakje
Insch.
Spare.
97