Hoofdstuk 10: Camera-instelling
Selecteer het gevoeligheidsniveau. Beweeg de gevoeligheidsschuifbalk naar het gewenste
gevoeligheidsniveau. De standaard waarde is 50.
6. Selecteer de activeringschema's voor bewegingsdetectie.
a)
Klik op het tabblad
dag van de week. Voer in het pop-upvenster Tijd de begin- en eindtijden in gedurende
de dag wanneer beweging kan worden opgenomen en klik op
op te slaan. U kunt maximaal acht tijdsperioden in een dag plannen. De standaard
instelling is 24 uur.
Opmerking: ingestelde tijdsperioden mogen elkaar niet overlappen.
b)
Plaats de muiscursor aan het einde van de tijdbalk om de instellingen naar andere
dagen van de week te kopiëren. Er wordt een groen pictogram weergegeven. Klik erop
voor het pop-upvenster Kopiëren naar. Selecteer de gewenste dagen en klik op Kop.
7. Koppel de bijbehorende actie aan de bewegingsdetectie.
a)
Klik op het tabblad
koppelingsmethode waarmee u wilt dat de recorder u op de hoogte stelt van
de gebeurtenis (raadpleeg pagina 103 voor de lijst met beschikbare typen
alarmmeldingen). U kunt meerdere opties selecteren.
b)
Geef bij Alarmuitgang act op welke externe alarmuitgangen worden geactiveerd
wanneer er zich een gebeurtenis voordoet.
c)
Selecteer bij
gebeurtenis plaatsvindt.
8. Klik op
Opsl
om de instellingen op te slaan.
Geavanceerde bewegingsdetectie
TruVision Series 6 IP-camera's en toekomstige TruVision-camera's beschikken over de functie
"Geavanceerde bewegingsdetectie", waarmee u de instellingen voor bewegingsdetectie
64
Activ.schema
Acties
om het venster Acties te openen. Selecteer de
Kanaal act
welke camera's worden opgenomen wanneer een
en klik vervolgens op de tijdbalk van de gewenste
Opsl
om de wijziging
TruVision NVR 71 Gebruikershandleiding