™
Bijlage A: DeviceNet
slaafcommunicatie
Selecteer het tweede Gateway blok en stel deze in voor I/O
opgevraagde antwoorddata 00000, met een lengte van 4, en
de richting op Gateway naar apparaat. Dit zal het Data
schrijven blok zijn. F
. 37 toont beide Gateway blokken
IG
eenmaal voltooid.
F
. 37: Het inventariseren van DeviceNet blokken
IG
OPMERKING: Lezen en Schrijven zijn vanuit het
Gateway standpunt. Dit betekent dat de meester data in
Blok A kan sturen, zodat de Gateway data kan lezen.
Anderzijds kan de meester alleen gegevens uit Blok B
halen, zodat de Gateway alleen data kan schrijven.
Het beschikbare adresseringsschema wordt hieronder
weergegeven.:
BitC – Identificeert de I/O Bit-Strobe commandodata
(meester naar slaaf).
BitR – Identificeert de I/O Bit-Strobe antwoorddata
(slaaf naar meester).
PollC – Identificeert de I/O Poll commandodata
(meester naar slaaf).
PollR – Identificeert de I/O Poll antwoorddata
(slaaf naar meester).
DataC – Identificeert de I/O Geconsumeerde data
(meester naar slaaf).
DataP – Identificeert de I/O Geproduceerde data
(slaaf naar meester).
3A1562D
51