PROBLEEM
Pompen keren niet van
richting om of pompen
bewegen niet.
Onregelmatige
pompbeweging.
Lage pompuitvoer.
Vloeistoflek bij afdichting
pompstang.
Geen druk aan een zijde.
312429W
OORZAAK
Verbogen of losse
activatorplaat, tuimelaar of
omkeerschakelaar.
Losse bout van zuigerpakking. Zie Pompen schakelen niet naar andere richting,
Defecte richtingsklep.
Pompcavitatie.
Losse activatorplaat, tuimelaar
of omkeerschakelaar.
Defecte richtingsklep.
Verstopte materiaalslang of
verstopt pistool; de
binnenmaat van de
materiaalslang is te klein.
Lekkende materaalzuigerklep
of lekkende inlaatklep in de
verdringerpomp.
Onjuiste druk voedingspomp. Controleer de druk van de voedingspomp en stel deze
Versleten halsdichtingen.
Vloeistof lekt uit het
scheurmembraan van de
pompuitlaat (216).
Onjuiste druk voedingspomp. Controleer de druk van de voedingspomp en stel deze
OPLOSSING
Zie Pompen schakelen niet naar andere richting,
blz. 27.
blz. 27.
Zie Pompen schakelen niet naar andere richting,
blz. 27.
Druk voedingspomp is te laag. Pas de druk aan om
minimaal 0,7 MPa (7 bar, 100 psi) te behouden.
Vloeistof is te dik. Raadpleeg uw materiaalleverancier
voor de aanbevolen vloeistoftemperatuur om een
viscositeit van 250 tot 1.500 centipoise te behouden.
Zie Pompen schakelen niet naar andere richting,
blz. 27.
Vervang de richtingsklep.
Openen, ontstoppen; gebruik een slang met een
grotere binnendiameter.
Zie pomphandleiding 312068.
in op minimaal 0,7 MPa (7 bar, 100 psi).
Vervangen. Zie pomphandleiding 312068.
Controleer of het verwarming- sapparaat (2) en de
DRUKONTLASTING/ SPUIT-klep (SA of SB) verstopt
zijn. Dan vrijmaken. Vervang het scheurmembraan
(216) door een nieuw exemplaar; vervang het niet door
een buisplug.
in op minimaal 0,7 MPa (7 bar, 100 psi).
Opheffen van storingen
25