Bedieningsfuncties
Tijdens het registreren
Tijdens het geheugengebruik,
display in beeld, kunt u de hoeveelheid gebruikt geheugen controleren:
StoP
000.3 %
Zodra het geheugen vol is, verschijnt het bericht „ 100.0 %".
Om de meetwaarden tijdens het opslaan te kunnen bekijken, moet u
overschakelen naar de meetfunctie. Dit doet u door op MEASURE |
SETUP te drukken. Als u opnieuw op MEASURE | SETUP drukt, keert
u terug naar het geheugenmenu.
Als u een andere meetfunctie kiest door de draaischakelaar te ge-
bruiken of op de knop FUNC | ENTER te drukken, wordt er een
nieuw geheugenblok aangemaakt. Het opslaan loopt dan auto-
matisch door.
Registreren beëindigen
➭ Als u op de knop MEASURE | SETUP gedrukt heeft, verschijnt
„StoP " op het display.
FUNC
StoP
start
ENTER
➭ Bevestig de weergave „StoP " met FUNC | ENTER.
De tekst
verdwijnt. Dit geeft aan dat het registreren ten
STORE
einde is.
➭ Met MEASURE | SETUP keert u terug naar de meetfunctie.
➭ U kunt het geheugengebruik ook beëindigen door de multime-
ter uit te schakelen.
24
verschijnt onder het analoge
STORE
Hoeveelheid gebruikt geheugen opvragen
In het menu „hoofdstuk 7.3 „1nFo " kunt u de hoeveelheid gebruikt
geheugen ook tijdens het opslaan oproepen, zie ook
Bereik van het gebruikte geheugen: 000.1 % ... 099.9 %.
MEASURE
FUNC
bAtt: ... 0CCUP %: 017.4 %
1nFo
SETUP
ENTER
Met het menu „StorE " kunt u het gebruikte geheugen oproepen
voordat u begint met opslaan.
MEASURE
1nFo
StorE
...
SETUP
Geheugen wissen
Met deze functie wist u alle opgeslagen meetwaarden!
Deze functie kan tijdens het geheugengebruik niet worden uitge-
voerd.
MEASURE
1nFo
StorE
...
SETUP
FUNC
CLEAr
empty
ENTER
FUNC
017.4 %
StArt
ENTER
FUNC
017.4 %
StArt
ENTER
GMC-I Messtechnik GmbH