Wanneer u LINEAR MATRIX instelt op
ON, wordt MODE weergegeven. U kunt de
kleur aanpassen die geschikt is voor het
object.
Wanneer u MODE instelt op MANUAL,
verschijnen R. PAINT, G. PAINT en B.
PAINT.
STANDARD: Normaal gesproken
selecteert u deze instelling.
R ENHANCE: Benadrukt het rood.
B ENHANCE: Benadrukt het blauw.
G ENHANCE: Benadrukt het groen.
MANUAL: Hiermee past u alle kleuren fijn
aan.
R. PAINT: Hiermee past u het rood fijn
aan tussen –30 en +30.
G. PAINT: Past het groen fijn aan tussen
–30 en +30.
B. PAINT: Hiermee past u het blauw fijn
aan tussen –30 en +30.
TARGET COLOR
Selecteer dit wanneer u DETAIL of
LINEAR MATRIX aanpast voor een
specifieke kleur.
ALL
Hiermee past u DETAIL of LINEAR
MATRIX aan voor het hele beeld. Dit is de
normale instelling.
IN
Hiermee past u DETAIL of LINEAR
MATRIX aan voor een specifieke kleur.
Met de instelling RANGE kunt u het gebied
fijn afstellen tussen –10 en +10.
OUT
Hiermee past u DETAIL of LINEAR
MATRIX aan voor kleuren, anders dan een
specifieke kleur.
Met de instelling RANGE kunt u het gebied
fijn afstellen tussen –10 en +10.
Een kleur opgeven
1 Selecteer IN of OUT en druk op de knop
ENTER.
2 Verplaats het draadkruis (
midden van het scherm naar de gewenste
kleur met de knoppen B, b, V en v zodat
het draadkruis boven de gewenste kleur
staat en druk dan op de knop ENTER.
Wanneer u IN selecteert, kunt u de kleur
aanpassen die wordt aangegeven door het
draadkruis (
).
Wanneer u OUT selecteert, kunt u de
kleuren aanpassen die niet worden
aangegeven door het draadkruis.
Menu ENHANCER
) in het
25